Vragen over de betrouw­baarheid van reken­mo­dellen in de veehou­derij


Indiendatum: mei 2014

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende de betrouwbaarheid van rekenmodellen in de veehouderij.


Geacht college,

Op maandag 28 april heeft u tegen het ministerie van I&M per brief gerede twijfel uitgesproken over de betrouwbaarheid van het geurverspreidingsmodel VStacks dat het Rijk verplicht heeft gesteld bij de vergunningverlening aan veehouderijen. Dit rekenmodel wordt gebruikt door gemeenten om de te verwachten geurbelasting door veehouderijen vast te stellen. Dit is doorgaans een bevoegdheid van gemeenten; over dit onderwerp hebben wij op 28 april aan uw college reeds vragen gesteld. Voor de vaststelling van de mate van stikstofdepositie in een vergunningverleningproces hieromtrent, wordt het rekenmodel AAgrostacks gehanteerd. Hiervoor is de provincie het bevoegd gezag. Dit heeft bij ons opgeroepen tot de volgende vragen.

1. Zijn er gelijkenissen tussen rekenmodel Vstacks en AAgrostacks? Zo ja, welke?

2. Hoe groot acht u de kans dat er tevens oneffenheden zijn in het AAgrostacks-model, waardoor die rekenmethode ook niet als betrouwbaar kan worden beschouwd?

3. Bent u, in het licht van uw brief naar het ministerie van I&M, bereid om hierover verduidelijking te vragen bij het ministerie van I&M of onderzoek te (laten) uitvoeren naar AAgrostacks, of op zijn minst contact op te nemen met KEMA Nederland B.V. over dit onderwerp? Zo nee, waarom niet?

4. Als blijkt dat er ook met het gebruik van AAgrostacks rekenfouten optreden, wat zijn daarvan dan de gevolgen voor de veehouderij wat betreft vegrunde rechten en voor de natuur wat betreft stikstofbelasting?

5. Bent u het met ons eens dat, als zou blijken dat er door gebruik van AAgrostacks onrechtmatige situaties zijn ontstaan op het gebied van stikstofemissie, dit zou toevoegen aan het aantal (nog te legaliseren!) onrechtmatige situaties in de veehouderij dat in het verleden is ontstaan door de verlaat geïmplementeerde Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u het met ons eens dat, om al deze onrechtmatig verkregen rechten alsnog te kunnen vergunnen, op zijn minst de drempelwaarde in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) moet worden verlaagd of zelfs zou moeten worden verwijderd?

In rapportage van de afdeling Livestock Research van de Universiteit van Wageningen wordt geadviseerd de ammoniakemissiefactor voor conventionele huisvesting van melkvee en de huidigeemissiearme huisvesting te verhogen met 18%.

6. Wordt deze verhoging van de emissiefactor voor de melkveehouderij doorgevoerd? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

7. Stel dat het rekenmodel AAgrostacks ook fouten bevat waardoor op het gebied van stikstofemissie extra onrechtmatige situaties zijn ontstaan die hersteld moeten worden, bent u dan niet bang dat, door de nog te legaliseren vergunningen uit het verleden als gevolg van het te laat implementeren van de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn in de Natuurbeschermingswet, en de verhoging van de ammoniakemissiefactor voor de melkveehouderij, er geen emissierechten meer overblijven voor de rechtvaardiging van ontwikkelruimte in de veehouderij? Zo nee, waarom niet?

8. Bent u bereid om, als AAgrostacks niet betrouwbaar blijkt, een stop op de vergunningverlening in de veehouderij in te (doen) voeren? Zo nee, vindt u dan dat u zichzelf nog serieus kunt nemen in de verantwoording die u heeft voor de natuur in Brabant?

In de PAS zal het berekeningsmodel AERIUS worden gehanteerd om ontwikkelruimte wat betreft stikstofemissierechten te berekenen.

9. Is er een gelijkenis tussen AERIUS, Vstacks en AAgrostacks? Zo ja, welke?

10. Wordt het voor de provincie controleerbaar of de ontwikkelruimte berekend met AERIUS juist is berekend, omdat alle gegevens die door de agrariër in het model worden ingevoerd, kunnen worden nagegaan? Zo ja, op welke manier? Zo nee, vindt u dit in lijn met een zorgvuldige voorbereiding van een besluit? Wordt dit voor een derde(belanghebbende) controleerbaar?

11. Denkt u dat er een reële kans bestaat dat AERIUS ook een niet betrouwbare rekenmethode is? Zo ja, gaat u hier onderzoek naar (laten) uitvoeren?

12. Bent u bereid om het ministerie van Economische Zaken te verzoeken om implementatie van de PAS in de Natuurbeschermingswet aan te houden totdat er zekerheid is over de betrouwbaarheid van AERIUS? Zo nee, waarom niet?

Graag vernemen wij uw reactie.


Met vriendelijke groet,

Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren

Indiendatum: mei 2014
Antwoorddatum: 27 mei 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Zijn er gelijkenissen tussen rekenmodel Vstacks en AAgrostacks? Zo ja, welke?

Antwoord: Ja, beide rekenmodellen zijn gebaseerd op het door de KEMA ontwikkelde Stacks.


2. Hoe groot acht u de kans dat er tevens oneffenheden zijn in het AAgrostacks-model, waardoor die rekenmethode ook niet als betrouwbaar kan worden beschouwd?

Antwoord: Bij de ontwikkeling van AAgrostacks heeft een vergelijking met andere modellen en met ammoniakdepositie metingen in het veld plaatsgevonden.1 Bij dit onderzoek waren zowel het Wageningen Universiteit & Research centrum (WUR) als de KEMA betrokken. Vooralsnog gaan we er dan ook vanuit dat deze problemen zich niet voordoen binnen AAgro-Stacks. AAgro-Stacks is ontwikkeld voor het berekenen van ammoniakdeposities. Dit is een andere manier van rekenen dan met VStacks. VStacks berekent de geurconcentratie op een woning die meer dan 2% van de tijd wordt overschreden.


3. Bent u, in het licht van uw brief naar het ministerie van I&M, bereid om hierover verduidelijking te vragen bij het ministerie van I&M of onderzoek te (laten) uitvoeren naar AAgrostacks, of op zijn minst contact op te nemen met KEMA Nederland B.V. over dit onderwerp? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, op basis van de door KEMA en de WUR uitgevoerde vergelijking met gemeten ammoniakdeposities (zie antwoord op vraag 2) zien wij geen aanleiding voor nadere verduidelijking door IenM of onderzoek te vragen door dan wel contact op te nemen met de KEMA.


4. Als blijkt dat er ook met het gebruik van AAgrostacks rekenfouten optreden, wat zijn daarvan dan de gevolgen voor de veehouderij wat betreft vergunde rechten en voor de natuur wat betreft stikstofbelasting?

Antwoord: Vooralsnog gaan we er vanuit dat deze problemen zich niet voordoen binnen AAgro-Stacks. Bedrijven met een onherroepelijke Nbwetvergunning hebben de rechten zoals genoemd in de vergunning. Deze zijn in principe onaantastbaar. Wat de gevolgen zijn voor de natuur is niet te zeggen. Dit is afhankelijk welke fouten zouden optreden en hoe groot deze fouten zijn.


5. Bent u het met ons eens dat, als zou blijken dat er door gebruik van AAgrostacks onrechtmatige situaties zijn ontstaan op het gebied van stikstofemissie, dit zou toevoegen aan het aantal (nog te legaliseren!) onrechtmatige situaties in de veehouderij dat in het verleden is ontstaan door de verlaat geïmplementeerde Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u het met ons eens dat, om al deze onrechtmatig verkregen rechten alsnog te kunnen vergunnen, op zijn minst de drempelwaarde in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) moet worden verlaagd of zelfs zou moeten worden verwijderd?

Antwoord: Nee, wij hebben vooralsnog geen redenen om aan te nemen dat het aantal onrechtmatige situaties is toegenomen door het gebruik van AAgrostacks en om de drempelwaarde van de PAS ter discussie te stellen.


6. In rapportage van de afdeling Livestock Research van de Universiteit van Wageningen wordt geadviseerd de ammoniakemissiefactor voor conventionele huisvesting van melkvee en de huidige emissiearme huisvesting te verhogen met 18%. Wordt deze verhoging van de emissiefactor voor de melkveehouderij doorgevoerd? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja, deze aanpassing valt samen met de verwachte wijziging van het Besluit huisvesting. De verwachting is dat deze op 1 januari 2015 in werking zal treden.


7. Stel dat het rekenmodel AAgrostacks ook fouten bevat waardoor op het gebied van stikstofemissie extra onrechtmatige situaties zijn ontstaan die hersteld moeten worden, bent u dan niet bang dat, door de nog te legaliseren vergunningen uit het verleden als gevolg van het te laat implementeren van de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn in de Natuurbeschermingswet, en de verhoging van de ammoniakemissiefactor voor de melkveehouderij, er geen emissierechten meer overblijven voor de rechtvaardiging van ontwikkelruimte in de veehouderij? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Wij hebben vooralsnog geen redenen om aan te nemen dat het aantal onrechtmatige situaties is toegenomen door het gebruik van AAgrostacks. Mocht AAgrostacks de emissie structureel te laag berekenen dan zou dit gevolgen kunnen hebben voor de benodigde emissierechten bij saldering. Voor het berekenen van de benodigde ontwikkelruimte in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof wordt een nieuw rekenmodel ontwikkeld: AERIUS. Het is nog niet bekend hoeveel ontwikkelruimte straks bij inwerkingtreding van de PAS beschikbaar is en in hoe zich dit verhoudt tot de ontwikkelbehoefte in de veehouderij, inclusief de nog te legaliseren bedrijven.


8. Bent u bereid om, als AAgrostacks niet betrouwbaar blijkt, een stop op de vergunningverlening in de veehouderij in te (doen) voeren? Zo nee, vindt u dan dat u zichzelf nog serieus kunt nemen in de verantwoording die u heeft voor de natuur in Brabant?

Antwoord: Nee, wij zien vooralsnog geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van AAgrostacks. Mocht AAgrostacks toch onvoldoende betrouwbaar blijken, dan zullen wij op dat moment bezien wat de consequenties zijn.


9. Is er een gelijkenis tussen AERIUS, Vstacks en AAgrostacks? Zo ja, welke?

Antwoord: De exacte verschillen en overeenkomsten zijn ons niet bekend. AERIUS is gebaseerd op een verspreidingsmodel (OPS), ontwikkeld door het RIVM en Vstacks en AAgrostacks zijn afgeleid van het Nieuw Nationaal Model. Het RIVM heeft OPS ontwikkeld om antwoord te kunnen geven op landelijke beleidsvragen en het Nieuw Nationaal Model is ontworpen voor de vergunningverlening aan industriële bedrijven.


10. Wordt het voor de provincie controleerbaar of de ontwikkelruimte berekend met AERIUS juist is berekend, omdat alle gegevens die door de agrariër in het model worden ingevoerd, kunnen worden nagegaan? Zo ja, op welke manier? Zo nee, vindt u dit in lijn met een zorgvuldige voorbereiding van een besluit? Wordt dit voor een derde(belanghebbende) controleerbaar?

Antwoord: Ja, alle invoerparameters worden samen met de uitkomsten van de berekening gerapporteerd. Daarmee kan een derde (belanghebbende) indien gewenst de berekening reproduceren. Daarnaast wordt de ontwikkelruimte in een boekhouding bijgehouden.


11. Denkt u dat er een reële kans bestaat dat AERIUS ook een niet betrouwbare rekenmethode is? Zo ja, gaat u hier onderzoek naar (laten) uitvoeren?

Antwoord: Nee, AERIUS wordt op dit moment verder ontwikkeld. Onder meer externe en onafhankelijke reviews op AERIUS geven aan dat het model betrouwbaar is en gebruik maakt van de best beschikbare wetenschappelijke kennis.


12. Bent u bereid om het ministerie van Economische Zaken te verzoeken om implementatie van de PAS in de Natuurbeschermingswet aan te houden totdat er zekerheid is over de betrouwbaarheid van AERIUS? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, dat is niet nodig. Een betrouwbaar model is een voorwaarde voor de implementatie van de PAS. De toetsing door deskundigen, zoals in het antwoord op vraag 11 beschreven geeft ons voldoende zekerheid dat er een betrouwbaar model wordt ontwikkeld.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Voorzitter, Secretaris

Interessant voor jou

Vervolgvragen over Park Patersven

Lees verder

Vragen over vergunningverlening in de veehouderij, het gebruik van de depositiebank en de door RIVM gemeten ammoniak waarden in de Brabantse Natuur

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer