Vragen over de illegaal actieve co-vergistingsinstallatie op landgoed De Princepeel in Wilbertoord
Indiendatum: 23 sep. 2021
Geacht college,
Omdat de co-vergistingsinstallatie op landgoed De Princepeel in Wilbertoord in strijd met de vergunde situatie in werking is, is in het kader van een handhavingstraject in maart 2020 een last onder dwangsom opgelegd. Echter anderhalf jaar later is de co-vergistingsinstallatie nog onveranderd in werking. Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Legalisatie van deze verre van legale situatie zou ogenschijnlijk gerealiseerd kunnen worden met een vergunning voor een co-vergistingsinstallatie, ware het niet dat het bestemmingsplan dat niet toestaat. Bent u het met ons eens dat er bij dit bedrijf geen zicht is, maar ook niet was, op legalisatie? Zo ja, welke vervolgstappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
2. Op basis van de bij ons bekende informatie blijkt dat deze co-vergistingsinstallatie op papier een agrarisch bedrijf inclusief mestbewerker lijkt. Er is echter geen stal, dus het gaat hier niet om mestverwerking op een agrarisch bedrijf maar om een co-vergister die mest elders vandaan haalt en ook weer elders aflevert. Kunt u aangeven wat er precies vergund is, en wat er aan bedrijfsvoering plaatsvindt?
3. Bent u het met ons eens dat de uitgevoerde activiteiten binnen de co-vergistingsinstallatie strijdig zijn met het bestemmingsplan? M.a.w., is er sprake van een illegaal mestbewerkingsbedrijf? Zo nee, waarom niet?
4. Bent u het met ons eens dat op een veelvoud van onderwerpen deze co-vergistingsinstallatie niet strookt met de huidige vergunning die het bedrijf heeft (onder andere op het gebied van emissie, geur, toegelaten afvalstoffen in de co-vergister, overschrijden van de verwerkingscapaciteit, handelen in lijn met het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, enzovoorts)?
5. Bent u met ons eens dat er sprake is van een minimaal categorie 4 installatie en van een industriële activiteit? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u met ons eens dat de co-vergistingsinstallatie een onvolledige vergunning aanvraag heeft ingediend? Zo nee, waarom niet?
7. Bent u met ons van mening dat in het licht van de informatie uit bovenstaande, de in werking zijnde co-vergistingsinstallatie risico’s kan veroorzaken voor de (natuurlijke) omgeving en voor omwonenden? Zo nee, waarom niet?
8. Bent u het met ons dat deze co-vergistingsinstallatie een illegale stikstofbron is en derhalve (ook daarom) uiterst kritisch bekeken moet worden? Zo nee, waarom niet?
9. Bent u het met ons eens dat het niet moet kunnen zijn dat we aan de ene kant agrariërs uitkopen om stikstofruimte te creëren voor de natuur, en dat we anderzijds een dergelijke illegale installatie gewoon door laten draaien? Zo nee, waarom niet?
10. Het inmiddels september 2021. Hoeveel dwangsommen zijn er tot nu toe verbeurd? Indien er geen dwangsommen zijn verbeurd, waarom niet?
11. Hebt u, afgezien van de last onder dwangsom, op enig moment getracht om de onrechtmatige situatie te verhelpen? Zo nee, wacht u in deze tot er wederom een derde het voortouw neemt? Zo ja, welke stappen hebt u zelf gezet of gaat u zelf zetten?
12. Wat vindt uw college ervan dat voor deze co-vergistingsinstallatie een SDE+-subsidie uitstaat van minimaal 53 miljoen euro, terwijl de vergunningvoorwaarden structureel niet worden nageleefd, en dus eigenlijk illegaal in werking is?
Wij vernemen graag uw reactie en danken u bij voorbaat voor de beantwoording.
Met vriendelijke groet,
Anne-Miep Vlasveld,
Partij voor de Dieren Noord-Brabant
Indiendatum:
23 sep. 2021
Antwoorddatum: 21 okt. 2021
Omdat de co-vergistingsinstallatie op landgoed De Princepeel in Wilbertoord in strijd met de vergunde situatie in werking is, is in het kader van een handhavingstraject in maart 2020 een last onder dwangsom opgelegd. Echter anderhalf jaar later is de co-vergistingsinstallatie nog onveranderd in werking. Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Legalisatie van deze verre van legale situatie zou ogenschijnlijk gerealiseerd kunnen worden met een vergunning voor een co-vergistingsinstallatie, ware het niet dat het bestemmingsplan dat niet toestaat. Bent u het met ons eens dat er bij dit bedrijf geen zicht is, maar ook niet was, op legalisatie? Zo ja, welke vervolgstappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, ingevolge het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied Mill en Sint Hubert, Herziening 2018’ geldt ter plaatse de bestemming ‘Agrarisch – mestbewerking Princepeel’. Dit bestemmingsplan staat de realisatie van de co-vergistingsinstallatie toe. Daarnaast beschikt de inrichting ook over een omgevingsvergunning voor het vergisten van co-substraten en dierlijke mest.
Op 23 maart 2020 hebben wij een last onder dwangsom opgelegd, omdat een aantal afwijkingen in de inrichting werden geconstateerd ten opzichte van de vergunde situatie. Hiertegen heeft het bedrijf bezwaar ingediend. De begunstigingstermijn van de last onder dwangsom hebben wij opgeschort tot zes weken na de beslissing op bezwaar. De behandeling van het bezwaar staat gepland op december 2021.
In het kader van de legalisatie van de afwijkingen van de vigerende vergunde situatie is op 4 december 2020, na een besluit m.e.r.-beoordeling, de aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend. De beoordeling van de aanvraag en de gevraagde aanvullingen, waaronder de toets aan het bestemmingsplan en Interim omgevingsverordening, wordt nu uitgevoerd. Op basis van de rechtstreekse werkende regels van de Interim omgevingsverordening is toename van bestaand gebuiksoppervlakte verboden.
2. Op basis van de bij ons bekende informatie blijkt dat deze co-vergistingsinstallatie op papier een agrarisch bedrijf inclusief mestbewerker lijkt. Er is echter geen stal, dus het gaat hier niet om mestverwerking op een agrarisch bedrijf maar om een co-vergister die mest elders vandaan haalt en ook weer elders aflevert. Kunt u aangeven wat er precies vergund is, en wat er aan bedrijfsvoering plaatsvindt?
Antwoord:
Voor de bestemming van het perceel verwijzen wij u naar het antwoord bij vraag 1. Het bedrijf beschikt over een vergunning voor het vergisten van co-substraten en dierlijke mest, die wordt aangevoerd.
De volgende activiteiten met betrekking tot de mestbe- en verwerkingsinstallatie zijn vergund:
• Het vergisten van dierlijke mest (50.000 ton per jaar) en co-substraten (50.000 ton per jaar) ten behoeve van de productie van biogas;
• Het opwekken van duurzame energie middels de verbranding van biogas in een zestal warmtekrachtkoppelingen.
• Het uitpakken van verpakte voedingsmiddelen (30.000 ton per jaar);
• De productie van samengestelde organische meststoffen (8.000 ton aanvoer per jaar);
3. Bent u het met ons eens dat de uitgevoerde activiteiten binnen de co-vergistingsinstallatie strijdig zijn met het bestemmingsplan? M.a.w., is er sprake van een illegaal mestbewerkingsbedrijf? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, zie de antwoorden bij vraag 1 en 2.
4. Bent u het met ons eens dat op een veelvoud van onderwerpen deze co-vergistingsinstallatie niet strookt met de huidige vergunning die het bedrijf heeft (onder andere op het gebied van emissie, geur, toegelaten afvalstoffen in de co-vergister, overschrijden van de verwerkingscapaciteit, handelen in lijn met het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, enzovoorts)?
Antwoord:
Nee, het betreft hier weliswaar een aantal afwijkingen van de vigerende vergunde situatie (zie antwoord bij vraag 1), maar er is geen sprake van overschrijden van de verwerkingscapaciteit of overtreden van de toegelaten afvalstoffen in de co-vergister. De effecten op emissie en geur toetsen wij bij de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning. Daarnaast zijn tijdens het toezicht geen overtredingen in het kader van externe veiligheid geconstateerd.
5. Bent u met ons eens dat er sprake is van een minimaal categorie 4 installatie en van een industriële activiteit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, het betreft een categorie 3.2 installatie (Staat van Bedrijfsactiviteiten, VNG Bedrijven en milieuzonering).
6. Bent u met ons eens dat de co-vergistingsinstallatie een onvolledige vergunning aanvraag heeft ingediend? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, op dit moment zijn alle gevraagde aanvullende stukken bij de aanvraag van 4 december 2020 ingediend, zie ook het antwoord bij vraag 1.
7. Bent u met ons van mening dat in het licht van de informatie uit bovenstaande, de in werking zijnde co-vergistingsinstallatie risico’s kan veroorzaken voor de (natuurlijke) omgeving en voor omwonenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, de installatie is als zodanig bestemd en vergund. De afwijkingen van de vigerende vergunde situatie, waarvoor een aanvraag tot legalisatie is ingediend, zijn niet van een dergelijke omvang dat daardoor extra risico’s te verwachten zijn. De toets hierop vindt nog plaats bij de beoordeling van de ingediende aanvraag.
8. Bent u het met ons dat deze co-vergistingsinstallatie een illegale stikstofbron is en derhalve (ook daarom) uiterst kritisch bekeken moet worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, het bedrijf beschikt over een adequate Wnb vergunning. Met de aangevraagde wijzigingen neemt de stikstofdepositie af ten opzichte van de vergunde situatie.
9. Bent u het met ons eens dat het niet moet kunnen zijn dat we aan de ene kant agrariërs uitkopen om stikstofruimte te creëren voor de natuur, en dat we anderzijds een dergelijke illegale installatie gewoon door laten draaien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, het betreft geen illegale installatie, zie het antwoord bij vraag 1.
10. Het inmiddels september 2021. Hoeveel dwangsommen zijn er tot nu toe verbeurd? Indien er geen dwangsommen zijn verbeurd, waarom niet?
Antwoord:
Er is sprake van een last onder dwangsom van 23 maart 2020. Hiertegen is een bezwaarschrift ingediend. Gelet hierop is de begunstigingstermijn van de last onder dwangsom uitgesteld tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Om die reden is er geen sprake van verbeuring dwangsom.
11. Hebt u, afgezien van de last onder dwangsom, op enig moment getracht om de onrechtmatige situatie te verhelpen? Zo nee, wacht u in deze tot er wederom een derde het voortouw neemt? Zo ja, welke stappen hebt u zelf gezet of gaat u zelf zetten?
Antwoord:
In het kader van regulier toezicht zijn overtredingen geconstateerd. Hierop hebben wij een last onder dwangsom opgelegd, zie ook het antwoord bij vraag 1. In het kader van de legalisatie heeft het bedrijf een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend. De beoordeling van deze aanvraag loopt op dit moment nog. Er is nu geen reden om andere stappen te zetten.
12. Wat vindt uw college ervan dat voor deze co-vergistingsinstallatie een SDE+-subsidie uitstaat van minimaal 53 miljoen euro, terwijl de vergunningvoorwaarden structureel niet worden nageleefd, en dus eigenlijk illegaal in werking is?
Antwoord:
De vergunningsvoorwaarden worden niet structureel overtreden en de installatie is niet illegaal in werking. Er is sprake van een aantal afwijkingen van de vigerende vergunde situatie. Via een aanvraag omgevingsvergunning wordt beoordeeld of deze afwijkingen gelegaliseerd kunnen worden.
Wij zijn tegen:
Interessant voor jou
Technische vragen over schade aan fruitteelt door Kauwen en Zwarte Kraaien
Lees verderTechnische vragen over Statenvoorstel 68/21 Afgeven definitieve verklaring van geen bedenkingen op de Wabo-aanvraagonderdeel strijdig gebruik in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan ‘Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69’
Lees verder