Vragen over de provin­ciale beloning voor een mest­fa­brie­k­on­der­nemer die de regels blijft over­treden


Indiendatum: 13 jun. 2022

Geacht college,

De mestvergistingsinstallatie op Loosbroekseweg 48 in Nistelrode, gemeente Bernheze, is al jaren een hoofdpijndossier voor de omliggende natuur, de omwonenden en de overheid. De mestfabriek, gelegen in de aanduiding Landelijk gebeid in de Interim omgevingsverordening, is meermaals van eigenaar en naam gewisseld, maar er is één constante: de eindeloze reeks van problemen door lozingen, financieringsproblemen en het op allerhande wijzen overtreden van de regels.

Tegen de laatste eigenaar van de installatie, Jennissen, heeft de provincie handhavingstrajecten in gang gezet, waaronder een last onder dwangsom. Reden hiervoor was dat Jennissen meer mest vergistte dan wat de vergunning toestaat.

Een recente kwestie gaat ook over het handelen in strijd met de vergunning. Een loods is vergaand anders gebouwd dan is vergund. Een paar honderd vierkante meter van de loods is buiten het bouwblok, en zelfs op een ander perceel (Loosbroekseweg 50) gebouwd. Op dat perceel staat het bestemmingsplan geen loods toe, toch staat de loods er nu. Andere afwijkingen t.o.v. de vergunning betreffen een hogere goothoogte en een genegeerde afstand tot de perceelsgrens. Uw college heeft besloten deze situatie te legaliseren.

Recent heeft de advocaat van de omwonenden via een brief aan Provinciale Staten aandacht gevraagd voor de situatie en voor de handhavingsverzoeken die zijn ingediend, en waarop niet binnen de gestelde reactietermijn zou zijn gereageerd door GS.

Wat de Partij voor de Dieren betreft is dit een bizarre, onbegrijpelijke situatie. Wij hebben daarom de volgende vragen over deze kwestie.

1. (Hoe) heeft u gereageerd op de handhavingsverzoeken van de omwonenden?

2. Indien u niet heeft gereageerd op de handhavingsverzoeken: In hoeverre kunt u zich nog profileren als een betrouwbare overheid voor de inwoners van Brabant, als u meerdere handhavingsverzoeken naast u neerlegt?

3. Bent u voornemens om zich in de door de advocaat aangevoerde punten te verdiepen, voor zover ze niet bij u bekend zijn? Zo nee, waarom niet?

4. Zijn er voor de legalisatie van álle illegale onderdelen al vergunningen aangevraagd bij de provincie? Zo ja, waar kunnen wij die aanvragen inzien?

5. Is de mestvergistingsinstallatie op Loosbroekseweg 48 ooit, onder welke eigenaar dan ook, helemaal conform vergunning in werking geweest? Zo ja, wanneer was dat (graag met onderbouwing)?

‘Nieuwe’ eigenaar
6. In de brief van de advocaat staat dat uw college stelt dat deze mestvergistingsinstallatie een ‘nieuwe’ eigenaar betreft, die daarom met een schone lei moet kunnen beginnen. Bent u zich ervan bewust dat de ‘vorige’ eigenaar, Jennissen Nistelrode B.V., als vennoot van Groengas Brabant nog steeds (mede)eigenaar is van de installatie?

7. Bent u het met ons eens dat hier geen sprake van een ‘schone lei’ is, maar van een lei waarop de sporen van de handhavingstrajecten nog steeds zijn te zien en waar ook rekening mee gehouden dient te worden? Zo nee, waarom niet en hoe vaak kan een overtredende eigenaar nieuwe vennootschappen oprichten om van u een ‘schone lei’ te krijgen en zo door te kunnen gaan met illegale activiteiten?

Overtredingen
8. Klopt het dat de eigenaren van deze mestbewerker in Landelijk gebied zich niet houden aan een van de voorwaarden die geldt voor mestbewerking in Landelijk gebied, namelijk dat ten minste 50% van het volume van de mest wordt omgezet in loosbaar water (artikel 3.74, lid 1, c)? Zo ja, wat doet u met dat gegeven; waarom is hierop niet gehandhaafd?

9. Klopt het dat er een beluchtingssilo is gebouwd die uit de bouwvergunning van 2015 is geschrapt, en die bovendien buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding ‘biogasinstallatie’ uit het Bestemmingsplan is gebouwd? Als dit niet het geval is, zien wij graag de stukken (vergunningen e.d.) waaruit blijkt dat de beluchtingssilo legaal op de betreffende locatie staat.

10. Graag ontvangen wij een overzicht van alle afwijkingen op de verleende, vigerende vergunningen, aangaande de activiteiten op Loosbroekseweg 48 en 50.

Illegale loods
11. Wat betekent uw besluit, om de illegaal gebouwde loods te legaliseren, voor de borging van provinciale belangen wat betreft natuur, water en landschap?

12. U heeft eerder aangegeven het Brabantse mestfabriekenbeleid in goed overleg met de gemeentes te willen opzetten en uitvoeren. Valt de legalisatie van de loods, die ingaat tegen het bestemmingsplan van gemeente Bernheze, hier ook onder? Zo ja, graag een toelichting. Zo nee, waarom gaat u hiermee dan in tegen de lijn van het goede overleg?

13. U wilt de situatie legaliseren, maar daarvoor moet concreet zicht zijn op legalisatie. In feite is er helemaal geen zicht op legalisatie, omdat de gemeente “het bouwen buiten het bouwvlak ongewenst” acht, en “geen gebruik [wenst] te maken van eventuele afwijkingsmogelijkheden en strikt de huidige bestemming, regels en vergunning [wenst] te handhaven”. Bent u het met ons eens dat u hiermee duidelijk geen aanleiding heeft om uit te gaan van ‘concreet zicht op legalisatie’? Zo nee, waarom denkt dat er tóch zicht op legalisatie is, ondanks dat de gemeente heel duidelijk heeft gemaakt het bestemmingsplan niet te willen aanpassen?

14. Worden er kostendekkende leges in rekening gebracht voor deze legalisatie?

15. Als voor de loods, zoals deze nu is gebouwd, in 2014 een vergunning zou zijn aangevraagd, zou de vergunning dan zijn verleend? Graag een toelichting.

Stelselmatig bewust overtreden van de regels en de boodschap die daarvan uitgaat
16. Waarom accepteert u dat een ondernemer, die al eerder heeft aangetoond het niet te nauw te nemen met vergunningvoorschriften, zich niet aan de regels houdt? Waarom faciliteert en beloont u dit gedrag door de situatie te legaliseren?

17. Om de eigenaren van de betreffende mestvergistingsinstallatie aan alle geldende regels te laten voldoen is het blijkbaar nodig om een zwaarwegende maatregel in te zetten; het stil leggen van de installatie totdat álle beoogde activiteiten compleet zijn vergund. Bent u dat met ons eens en bent u daartoe bereid? Zo nee, waarom niet?

18. Bent u bereid om uw tanden te laten zien, en hard tegen deze eindeloze stroom van illegaliteit rond de Loosbroekseweg 48 op te treden, en te stoppen met het pamperen door alsmaar te richten op mogelijke legalisatie? Zo nee, waarom niet en wat denkt u dat dit doet met de motivatie van eerlijke ondernemers om zich aan de regels te houden?

19. Kunnen andere ondernemers wat u betreft ook onvergund in het wilde weg gaan bouwen, aangezien u het naderhand toch kunt legaliseren? Zo nee, waarom kunnen anderen ondernemers dit niet doen, en de ondernemers van de mestfabriek aan de Loosbroekseweg wel?


Met vriendelijke groet,

Anne-Miep Vlasveld,
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 13 jun. 2022
Antwoorddatum: 27 jun. 2022

De mestvergistingsinstallatie op Loosbroekseweg 48 in Nistelrode, gemeente Bernheze, is al jaren een hoofdpijndossier voor de omliggende natuur, de omwonenden en de overheid. De mestfabriek, gelegen in de aanduiding Landelijk gebeid in de Interim omgevingsverordening, is meermaals van eigenaar en naam gewisseld, maar er is één constante: de eindeloze reeks van problemen door lozingen, financieringsproblemen en het op allerhande wijzen overtreden van de regels.

Tegen de laatste eigenaar van de installatie, Jennissen, heeft de provincie handhavingstrajecten in gang gezet, waaronder een last onder dwangsom. Reden hiervoor was dat Jennissen meer mest vergistte dan wat de vergunning toestaat.

Een recente kwestie gaat ook over het handelen in strijd met de vergunning. Een loods is vergaand anders gebouwd dan is vergund. Een paar honderd vierkante meter van de loods is buiten het bouwblok, en zelfs op een ander perceel (Loosbroekseweg 50) gebouwd. Op dat perceel staat het bestemmingsplan geen loods toe, toch staat de loods er nu. Andere afwijkingen t.o.v. de vergunning betreffen een hogere goothoogte en een genegeerde afstand tot de perceelsgrens. Uw college heeft besloten deze situatie te legaliseren.

Recent heeft de advocaat van de omwonenden via een brief aan Provinciale Staten aandacht gevraagd voor de situatie en voor de handhavingsverzoeken die zijn ingediend, en waarop niet binnen de gestelde reactietermijn zou zijn gereageerd door GS.

Wat de Partij voor de Dieren betreft is dit een bizarre, onbegrijpelijke situatie. Wij hebben daarom de volgende vragen over deze kwestie.

1. (Hoe) heeft u gereageerd op de handhavingsverzoeken van de omwonenden?

Antwoord:
Wij hebben de handhavingsverzoeken zoals gebruikelijk in behandeling genomen. Sinds de inrichting door Jennissen/Groengas Brabant wordt gedreven hebben wij drie handhavingsverzoeken ontvangen (22 april 2020, 7 april 2021 en 18 mei 2022 (op 2 juni 2022 aangevuld)). Het handhavingsverzoek van 22 april 2020 heeft geleid tot het versturen van een voornemen om een last onder dwangsom. Het handhavingsverzoek van 7 april 2021 is afgewezen. Op het handhavingsverzoek van 18 mei 2022 moet nog worden beslist.


2. Indien u niet heeft gereageerd op de handhavingsverzoeken: In hoeverre kunt u zich nog profileren als een betrouwbare overheid voor de inwoners van Brabant, als u meerdere handhavingsverzoeken naast u neerlegt?

Antwoord:
Wij hebben, zoals gebruikelijk, gereageerd op eerdere handhavingsverzoeken. Op de meest recente handhavingsverzoeken van 18 mei en 2 juni 2022 hebben wij nog geen besluit genomen.


3. Bent u voornemens om zich in de door de advocaat aangevoerde punten te verdiepen, voor zover ze niet bij u bekend zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja, uiteraard verdiepen wij ons in de aangevoerde punten. Voor een aantal aangevoerde punten lopen reeds handhavingstrajecten. Een aantal zaken hebben wij in onderzoek. Ons besluit op het handhavingsverzoek zal toezien op alle aangevoerde punten.


4. Zijn er voor de legalisatie van álle illegale onderdelen al vergunningen aangevraagd bij de provincie? Zo ja, waar kunnen wij die aanvragen inzien?

Antwoord:
Nee, op 13 mei 2022 hebben wij een voornemen last onder dwangsom gestuurd inzake een aantal bouwwerken die zonder of afwijkend van de vergunningen zijn gerealiseerd. Hierin is een begunstigingstermijn opgenomen van 3 maanden. Wij hebben het bedrijf aangeschreven om de illegale situatie te beëindigen. Dit kan bijvoorbeeld door het bouwwerk te slopen, maar ook door het bouwwerk te legaliseren met een nieuwe vergunning. Wij hebben voor deze onderdelen nog geen aanvraag ontvangen. Wel vindt er overleg plaats met het bedrijf over een nog in te dienen aanvraag en waar deze aanvraag aan moet voldoen.


5. Is de mestvergistingsinstallatie op Loosbroekseweg 48 ooit, onder welke eigenaar dan ook, helemaal conform vergunning in werking geweest? Zo ja, wanneer was dat (graag met onderbouwing)?

Antwoord:
De mestvergister zit al vele jaren op deze locatie. De provincie is niet vanaf het begin het bevoegd gezag geweest. De bestemming en de eerste vergunning(en) zijn door de gemeente afgegeven. Pas in de periode 2014-2015 is de bevoegdheid bij de provincie komen te liggen. Het bedrijf is, voor zover ons bekend, vanaf de periode 2014-2015 niet exact conform de vergunning in werking geweest. Dit betekent overigens niet dat direct overtredingen aan de orde hoeven te zijn. Bijvoorbeeld vergunde gebouwen die niet zijn gerealiseerd zijn niet direct een overtreding.


‘Nieuwe’ eigenaar
6. In de brief van de advocaat staat dat uw college stelt dat deze mestvergistingsinstallatie een ‘nieuwe’ eigenaar betreft, die daarom met een schone lei moet kunnen beginnen. Bent u zich ervan bewust dat de ‘vorige’ eigenaar, Jennissen Nistelrode B.V., als vennoot van Groengas Brabant nog steeds (mede)eigenaar is van de installatie?

Antwoord:
Ja.


7. Bent u het met ons eens dat hier geen sprake van een ‘schone lei’ is, maar van een lei waarop de sporen van de handhavingstrajecten nog steeds zijn te zien en waar ook rekening mee gehouden dient te worden? Zo nee, waarom niet en hoe vaak kan een overtredende eigenaar nieuwe vennootschappen oprichten om van u een ‘schone lei’ te krijgen en zo door te kunnen gaan met illegale activiteiten?

Antwoord:
De voorgeschiedenis van het bedrijf heeft ons doen besluiten om intensief toezicht te houden bij dit bedrijf. Zo is het bedrijf dit jaar al zeker 16 keer bezocht. De lopende handhavingsprocedures gaan door op de nieuwe eigenaar.


Overtredingen
8. Klopt het dat de eigenaren van deze mestbewerker in Landelijk gebied zich niet houden aan een van de voorwaarden die geldt voor mestbewerking in Landelijk gebied, namelijk dat ten minste 50% van het volume van de mest wordt omgezet in loosbaar water (artikel 3.74, lid 1, c)? Zo ja, wat doet u met dat gegeven; waarom is hierop niet gehandhaafd?

Antwoord:
We hebben het signaal uit het handhavingsverzoek in onderzoek. Indien er sprake is van een overtreding gaan wij uiteraard over tot handhaving.


9. Klopt het dat er een beluchtingssilo is gebouwd die uit de bouwvergunning van 2015 is geschrapt, en die bovendien buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding ‘biogasinstallatie’ uit het Bestemmingsplan is gebouwd? Als dit niet het geval is, zien wij graag de stukken (vergunningen e.d.) waaruit blijkt dat de beluchtingssilo legaal op de betreffende locatie staat.

Antwoord:
Uit onze beoordeling is gebleken dat de inrichtinghouder inderdaad niet over een milieuvergunning beschikt voor de beluchtingssilo. Wij gaan hier handhavend tegen op treden.


10. Graag ontvangen wij een overzicht van alle afwijkingen op de verleende, vigerende vergunningen, aangaande de activiteiten op Loosbroekseweg 48 en 50.

Antwoord:
Op dit moment hebben we het bedrijf gelegen aan de Loosbroekseweg 48 aangeschreven op de volgende zaken:
• Plaatsing beluchtingssilo;
• Plaatsing hekwerk;
• Aanleg aarden wal;
• Bouw gasverdelingstation;
• Bouw verdeelkast elektra en gasmeter;
• Omvang silo’s.
Voor de locatie Loosbroekseweg 50 zijn wij geen bevoegd gezag.


Illegale loods
11. Wat betekent uw besluit, om de illegaal gebouwde loods te legaliseren, voor de borging van provinciale belangen wat betreft natuur, water en landschap?

Antwoord:
Het legaliseren van de loods heeft geen effect op provinciale belangen wat betreft natuur, water en landschap.


12. U heeft eerder aangegeven het Brabantse mestfabriekenbeleid in goed overleg met de gemeentes te willen opzetten en uitvoeren. Valt de legalisatie van de loods, die ingaat tegen het bestemmingsplan van gemeente Bernheze, hier ook onder? Zo ja, graag een toelichting. Zo nee, waarom gaat u hiermee dan in tegen de lijn van het goede overleg?

Antwoord:
De legalisatie van de loods gaat niet in tegen het vigerende bestemmingsplan van de gemeente Bernheze. De loods is gelegen in een gebied waarvoor het bestemmingsplan ‘Buitengebied Bernheze’ met de enkelbestemming ‘Agrarisch’, de gebiedsaanduiding ‘Groenblauwe mantel’ en de functieaanduiding ‘Specifieke vorm van bedrijf – biogasinstallatie’ is vastgesteld. De loods is echter wel in strijd met de bouwregels van het bestemmingsplan: de goothoogte is te hoog en er wordt op minder dan 5 meter van de zijdelingse perceelgrens gebouwd. Voor beide strijdigheden is het mogelijk om medewerking te verlenen met een binnenplanse afwijking. Onze conclusie is dat we de vergunning met een binnenplanse afwijking kunnen verlenen. Wij zijn in gesprek met de gemeente en hebben de gemeente conform de vigerende procedure om advies gevraagd. De gemeente heeft negatief geadviseerd. Hierbij is de gemeente niet ingegaan op onze overwegingen ten aanzien van de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden uit het bestemmingsplan. Dit neemt niet weg dat wij een besluit moeten nemen. Ondanks het negatieve advies van de gemeente, blijft onze conclusie dat de aanvraag vergunbaar is.
Wij zijn van mening dat wij een open gesprek met de gemeente Bernheze hebben ondanks dat we het inhoudelijk niet altijd met elkaar eens zijn.


13. U wilt de situatie legaliseren, maar daarvoor moet concreet zicht zijn op legalisatie. In feite is er helemaal geen zicht op legalisatie, omdat de gemeente “het bouwen buiten het bouwvlak ongewenst” acht, en “geen gebruik [wenst] te maken van eventuele afwijkingsmogelijkheden en strikt de huidige bestemming, regels en vergunning [wenst] te handhaven”. Bent u het met ons eens dat u hiermee duidelijk geen aanleiding heeft om uit te gaan van ‘concreet zicht op legalisatie’? Zo nee, waarom denkt dat er tóch zicht op legalisatie is, ondanks dat de gemeente heel duidelijk heeft gemaakt het bestemmingsplan niet te willen aanpassen?

Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 12. Aanpassing van het bestemmingsplan is niet nodig. De loods is vergunbaar binnen de ruimte die het vigerende bestemmingsplan biedt.


14. Worden er kostendekkende leges in rekening gebracht voor deze legalisatie?

Antwoord:
Conform de legesverordening brengen wij leges in rekening.


15. Als voor de loods, zoals deze nu is gebouwd, in 2014 een vergunning zou zijn aangevraagd, zou de vergunning dan zijn verleend? Graag een toelichting.

Antwoord:
Daar kunnen wij geen uitspraak over doen. Er is nu sprake van een
illegaal bouwwerk. Hiervoor heeft de inrichtinghouder een aanvraag ingediend.
Die toetsen wij aan de huidige kaders.


Stelselmatig bewust overtreden van de regels en de boodschap die daarvan uitgaat
16. Waarom accepteert u dat een ondernemer, die al eerder heeft aangetoond het niet te nauw te nemen met vergunningvoorschriften, zich niet aan de regels houdt? Waarom faciliteert en beloont u dit gedrag door de situatie te legaliseren?

Antwoord:
Nee, er is geen sprake van belonen van dit gedrag. Wij hebben in dit geval gehandeld conform de landelijke handhavingsstrategie en het bedrijf opgelegd de illegale situatie te beëindigen. Het bedrijf heeft hier gehoor aan gegeven en een aanvraag ingediend die vergunbaar is gebleken.


17. Om de eigenaren van de betreffende mestvergistingsinstallatie aan alle geldende regels te laten voldoen is het blijkbaar nodig om een zwaarwegende maatregel in te zetten; het stil leggen van de installatie totdat álle beoogde activiteiten compleet zijn vergund. Bent u dat met ons eens en bent u daartoe bereid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, bij het constateren van overtredingen passen wij de landelijke handhavingsstrategie toe. Dit heeft onder andere geleid tot een aantal lasten onder dwangsom. Het stilleggen van het bedrijf is nu niet aan de orde.


18. Bent u bereid om uw tanden te laten zien, en hard tegen deze eindeloze stroom van illegaliteit rond de Loosbroekseweg 48 op te treden, en te stoppen met het pamperen door alsmaar te richten op mogelijke legalisatie? Zo nee, waarom niet en wat denkt u dat dit doet met de motivatie van eerlijke ondernemers om zich aan de regels te houden?

Antwoord:
Wij zijn van mening dat wij wel degelijk ‘er bovenop zitten’. Wij voeren bijna wekelijks een toezichtmoment uit om tijdig in te kunnen grijpen bij mogelijke afwijkingen ten opzichte van de vergunning. Daar waar nodig treden wij op volgens de landelijke handhavingsstrategie. Dit heeft reeds geleid tot een aantal handhavingsprocedures. Bij deze procedures heeft het bedrijf de mogelijkheid om de illegale situatie te beëindigen. Legaliseren door het alsnog verkrijgen van een vergunning is één van de mogelijkheden. Door op te treden tegen dit soort illegaliteiten vertrouwen wij er ook op dat we andere ondernemers motiveren om dit soort situaties te voorkomen.


19. Kunnen andere ondernemers wat u betreft ook onvergund in het wilde weg gaan bouwen, aangezien u het naderhand toch kunt legaliseren? Zo nee, waarom kunnen anderen ondernemers dit niet doen, en de ondernemers van de mestfabriek aan de Loosbroekseweg wel?

Antwoord:
Nee, dat is niet toegestaan.

Wij zijn tegen:

Interessant voor jou

Technische vragen over de Verordening grondwaterheffing Noord-Brabant 2023

Lees verder

Technische vragen over de Nota Grondbeleid

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer