Vragen over hand­having op mest­be­werking in de groen­blauwe mantel in Gemert


Indiendatum: 25 jan. 2022

Geacht college,

De Raad van State (RvS) heeft op 2 juni 2021 uitspraak gedaan dat onder meer betrekking heeft op de mestbewerkingspraktijken van een bedrijf aan de Beeksedijk 10 in Gemert. Uw college heeft in de zaak betoogd dat mestbewerking op die locatie niet is toegestaan, omdat het is gelegen in de groenblauwe mantel. De RvS heeft uw college op dat punt in het gelijk gesteld.

Vooralsnog is de mestbewerkingsinstallatie op de betreffende locatie nog steeds in gebruik. Stichting Mens, Dier & Piel heeft daarom een handhavingsverzoek ingediend bij de gemeente Gemert-Bakel, met een afschrift aan uw college. In reactie op het handhavingsverzoek liet het college van B&W enkele dagen later weten niet te gaan handhaven, en beroept zich daarbij op overgangsrecht.

De Partij voor de Dieren vindt het onbegrijpelijk dat hiermee een duidelijke uitspraak van de RvS aan de kant wordt geschoven, en dat daarmee een onrechtmatige situatie van een bedrijf lijkt te worden verkozen boven een rechtvaardige behandeling van burgers. In onze ogen draagt de huidige situatie en het vervolg op de RvS-uitspraak actief bij aan de daling van het vertrouwen in de overheid en de rechtstaat.

Wij hebben hierover de volgende vragen.

1. Bent u het met onze fractie eens dat er nu, op basis van de uitspraak van de RvS, handhavend kan worden opgetreden tegen de situatie van mestbewerking in de groenblauwe mantel? Zo nee, waarom niet?

2. Indien ‘ja’ op voorgaande vraag: gaat u daadwerkelijk handhaven of inzetten op handhaving door de gemeente? Zo nee, waarom niet?

3. Hoe beoordeelt u het beroep op overgangsrecht, door de gemeente, als onderbouwing voor het besluit om niet te handhaven?

4. Wat gaat u nu ondernemen tegen de mestbewerkingsactiviteiten in de groenblauwe mantel, nu de gemeente de betreffende situatie bewust in stand houdt, terwijl de RvS u in het gelijk heeft gesteld?

5. Indien u het eens bent met de argumentatie van de gemeente om niet op te treden tegen de situatie van mestbewerking in de groenblauwe mantel, en u het er bij laat zitten, welke waarde heeft de uitspraak van de RvS dan volgens u, en wat doet dat volgens u met het vertrouwen van burgers in de overheid en de rechtstaat?


Met vriendelijke groet,

Anne-Miep Vlasveld,
Partij voor de Dieren Noord-Brabant

Indiendatum: 25 jan. 2022
Antwoorddatum: 15 feb. 2022

De Raad van State (RvS) heeft op 2 juni 2021 uitspraak gedaan dat onder meer betrekking heeft op de mestbewerkingspraktijken van een bedrijf aan de Beeksedijk 10 in Gemert. Uw college heeft in de zaak betoogd dat mestbewerking op die locatie niet is toegestaan, omdat het is gelegen in de groenblauwe mantel. De RvS heeft uw college op dat punt in het gelijk gesteld.

Vooralsnog is de mestbewerkingsinstallatie op de betreffende locatie nog steeds in gebruik. Stichting Mens, Dier & Piel heeft daarom een handhavingsverzoek ingediend bij de gemeente Gemert-Bakel, met een afschrift aan uw college. In reactie op het handhavingsverzoek liet het college van B&W enkele dagen later weten niet te gaan handhaven, en beroept zich daarbij op overgangsrecht.

De Partij voor de Dieren vindt het onbegrijpelijk dat hiermee een duidelijke uitspraak van de RvS aan de kant wordt geschoven, en dat daarmee een onrechtmatige situatie van een bedrijf lijkt te worden verkozen boven een rechtvaardige behandeling van burgers. In onze ogen draagt de huidige situatie en het vervolg op de RvS-uitspraak actief bij aan de daling van het vertrouwen in de overheid en de rechtstaat.

Wij hebben hierover de volgende vragen.

1. Bent u het met onze fractie eens dat er nu, op basis van de uitspraak van de RvS, handhavend kan worden opgetreden tegen de situatie van mestbewerking in de groenblauwe mantel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, niet op basis van de uitspraak. De uitspraak van de Afdeling leidt ertoe dat de aanduiding “'specifieke vorm van agrarisch – upcycling' tevens voor voorzieningen ten behoeve van een duurzame ontwikkeling en exploitatie van het bedrijf zoals mestverwerking en energie – opwekking” in het bestemmingsplan is vernietigd. De Afdeling oordeelt dat de genoemde aanduiding in strijd met de rechtszekerheid is vastgesteld aangezien mestverwerking in het bestemmingsplan niet is verklaard en ook niet is aangegeven of er een verschil is tussen mestverwerking en mestbewerking. De uitspraak heeft tot gevolg dat genoemde aanduiding geen onderdeel meer uitmaakt van het bestemmingsplan Gemert Bakel Buitengebied 2017. In zoverre zijn de provinciale belangen die wij in de procedure hebben ingebracht ter plaatse van de Beeksedijk 10 geborgd in het bestemmingsplan.
De gemeente oordeelt of, en in welke mate, sprake is van strijdig gebruik met het bestemmingsplan. De uitspraak van de Raad van State heeft geen betrekking op de vraag of handhavend kan worden opgetreden.


2. Indien ‘ja’ op voorgaande vraag: gaat u daadwerkelijk handhaven of inzetten op handhaving door de gemeente? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Het is de taak van de gemeente om bestemmingsplannen te handhaven. Zie ook beantwoording onder 1.


3. Hoe beoordeelt u het beroep op overgangsrecht, door de gemeente, als onderbouwing voor het besluit om niet te handhaven?

Antwoord:
Het is een taak van de gemeente om bestemmingsplannen te handhaven. Welke afweging en op basis van welke argumenten de gemeente beslist over handhaving is in eerste instantie aan de gemeente. De uitspraak van de Afdeling laat zien dat het opgenomen plandeel in strijd met de rechtszekerheid is vastgesteld en daarmee niet in lijn is met onze provinciale belangen.


4. Wat gaat u nu ondernemen tegen de mestbewerkingsactiviteiten in de groenblauwe mantel, nu de gemeente de betreffende situatie bewust in stand houdt, terwijl de RvS u in het gelijk heeft gesteld?

Antwoord:
Zie beantwoording onder 1, 2 en 3.


5. Indien u het eens bent met de argumentatie van de gemeente om niet op te treden tegen de situatie van mestbewerking in de groenblauwe mantel, en u het er bij laat zitten, welke waarde heeft de uitspraak van de RvS dan volgens u, en wat doet dat volgens u met het vertrouwen van burgers in de overheid en de rechtstaat?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1. De uitspraak van de Afdeling heeft betrekking op de plandeel van het bestemmingsplan. Door vernietiging van de aanduiding ‘agrarisch - upcycling’ resteert ter plaatse een bestemming ‘Agrarisch -Agrarisch bedrijf’ met gebiedsaanduiding ‘overige zone-beperkingen veehouderij’.
Het provinciaal beleid met betrekking tot mestbewerking is in het bestemmingsplan, vanwege een door ons ingesteld beroep, geborgd. De beoordeling of het gebruik ter plaatse strijdig is met het bestemmingsplan en of tot handhaving wordt overgegaan komt toe aan de gemeente. Binnen deze procedure is ook aandacht voor de rechtszekerheid van burgers en ondernemers.

Wij zijn tegen:

Interessant voor jou

Technische vragen over het gebruik van voedselreststromen door de varkensindustrie

Lees verder

Vragen over de ecologische verbindingszone (EVZ) in de GOL-plannen en mogelijk gebruik van industriegrond in natuurgebieden

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer