Vragen over het voorlopige plan voor Rithmeesterpark II
Indiendatum: 29 okt. 2020
Geacht college,
In BN de Stem lazen wij op 27 oktober 2020 over de plannen van de gemeente Breda voor Rithmeesterpark II. Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Zijn de plannen voor Rithmeesterpark II bij u bekend?
2. Hoe staat de provincie Noord-Brabant tegenover de plannen voor Rithmeesterpark Fase II?
3. Wanneer vindt afstemming plaats over het plan met de provincie en hoe?
4. Wat is de invloed die uitvoering van het plan voor Rithmeesterpark II zal hebben op het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water voor de omliggende wateren (Turfvaart, Aa of Weerijs)? Graag uw toelichting.
5. Bent u het met ons eens dat het – in het licht van alle uitdagingen die wij momenteel gezamenlijk hebben op gebied van natuur, klimaat, biodiversiteit, waterkwaliteit - niet gepast is om een nieuw industrieterrein als voorwaarde te stellen voor de realisatie van een EVZ? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u bereid bij de gemeente Breda te pleiten voor het van elkaar loskoppelen van de plannen voor versterking van de EVZ en de plannen voor de aanleg van een bedrijventerrein op Rithmeesterpark II? Zo nee, waarom niet?
7. Acht u het relevant om de uitkomsten van het onderzoek naar de natuurwaarden, en wellicht ook de analyses die de vermeende noodzaak voor de bouw van dit bedrijventerrein onderbouwen, zeer kritisch te bekijken? Zo nee, waarom niet?
8. Wat vindt u ervan dat in 2019 een kaalslag heeft plaatsgevonden van de natuur in en rondom het plangebied (zie bijlage onder de vragen)?
9. Was de kaalslag deel van de voorbereiding voor de aanleg van Rithmeesterpark II? Zo nee, wat was dan de reden?
10. Is voorafgaand aan de kaalslag een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd op grond van de Wet natuurbescherming? Zo nee, waarom niet?
11. Heeft de kaalslag het in 2020 en 2021 lopende flora- en faunaonderzoek gemakkelijker gemaakt omdat nu met minder flora en fauna rekening gehouden hoeft te worden? Zo nee, waarom niet?
De gemeente is nog in de haalbaarheidsfase van het project. In het kader van de haalbaarheid heeft de gemeente wel reeds een natuurtoets laten uitvoeren door adviesbureau Antea Group. De conclusie is dat er een aantal nadere onderzoeken nodig zijn. Tevens is het studiegebied in de tussentijd naar het zuiden toe uitgebreid. De natuurtoets zal waarschijnlijk nog dit jaar worden opgeleverd maar de nadere onderzoeken naar vleermuizen en marters pas volgend jaar september (2021).
12. Kunt u bij de gemeente Breda nagaan waarom in de communicatie met de pers wél wordt genoemd dat het project het 'natuur- en landgoederenlandschap versterkt’ maar dat niet wordt genoemd dat er nog onderzoeken moeten worden uitgevoerd naar de nu in het gebied aanwezige beschermde soorten?
13. Bent u met ons van mening dat het voorbarig is om de komst van Rithmeesterpark II te adverteren middels een persbericht (en daarmee eventuele investeerders te enthousiasmeren), terwijl het project nog in de haalbaarheidsfase zit?
14. Bent u met ons van mening dat uit deze werkwijze blijkt dat de komst van Rithmeesterpark II voor de autoriteiten eigenlijk geen kwestie is van haalbaarheid, maar van het simpelweg uit de weg ruimen van eventuele obstakels?
15. Wat gebeurt er met Rithmeesterpark II en III wanneer er beschermde soorten worden aangetroffen in het projectgebied? En wat gebeurt er met de beschermde soorten in kwestie?
16. Behoort het vervangen van natuur door nieuwe bedrijventerreinen tot de provinciale doelstellingen? Zo nee, waar blijkt dat uit?
17. Behoort het tegengaan van leegstand en verpaupering van bedrijventerreinen tot de provinciale doelstellingen? Zo ja, waar blijkt dat uit?
18. Wat is de stand van zake in de gemeente Breda wat betreft (gedeeltelijke) leegstand van bedrijventerreinen, en wat is de voortgang van de aanpak van leegstand en verpaupering van bedrijventerreinen en het efficiënt inrichten van bestaande bedrijventerreinen aldaar?
19. Bent u bereid een onderzoek uit te voeren naar nut en noodzaak van Rithmeesterpark II en III?
Wij vernemen graag uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Marco van der Wel
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
29 okt. 2020
Antwoorddatum: 24 nov. 2020
Wij beantwoorden deze vragen als volgt.
1. Zijn de plannen voor Rithmeesterpark II bij u bekend?
Antwoord:
Nee, de plannen zijn bestuurlijk nog niet met ons gedeeld. Wel is er op ambtelijk niveau met de gemeente enkele malen informatie uitgewisseld over het opstellen van de Omgevingsvisie Breda Zuidwest en het daaraan ten grondslag liggende ontwikkelingsperspectief. Op een deel van de gronden is in het vigerende bestemmingsplan een uitwerkingsbevoegdheid naar een bedrijfsbestemming opgenomen.
2. Hoe staat de provincie Noord-Brabant tegenover de plannen voor Rithmeesterpark Fase II?
Antwoord:
Als 2e fase van nieuwe regionale bedrijventerreinenafspraken (2019) worden eind dit jaar nieuwe programmeringsafspraken voor bedrijventerreinen in West-Brabant gemaakt. Hoe Rithmeesterpark II daarin wordt meegenomen is nog niet bekend. In de regionale afspraken voor bedrijventerreinen uit 2017 stond Rithmeesterpark II op ‘groen’ onder de voorwaarde dat er concrete marktvraag is. Wij hebben geen actieve rol als provincie bij de ontwikkeling van dit terrein. Het nog op te stellen bestemmings- of omgevingsplan zal zonder meer moeten voldoen aan het provinciaal beleid. Wij kunnen daar pas over oordelen zodra er een plan ligt.
3. Wanneer vindt afstemming plaats over het plan met de provincie en hoe?
Antwoord:
Op ambtelijk niveau vindt regelmatig afstemming plaats over ruimtelijke plannen. Het plan Rithmeesterpark II zal vermoedelijk nog dit jaar ambtelijk worden besproken.
4. Wat is de invloed die uitvoering van het plan voor Rithmeesterpark II zal hebben op het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water voor de omliggende wateren (Turfvaart, Aa of Weerijs)? Graag uw toelichting.
Antwoord:
Dat is op dit moment nog niet bekend. De gemeente zal in de planvorming rekening moeten houden met de Kaderrichtlijn Water.
5. Bent u het met ons eens dat het – in het licht van alle uitdagingen die wij momenteel gezamenlijk hebben op gebied van natuur, klimaat, biodiversiteit, waterkwaliteit - niet gepast is om een nieuw industrieterrein als voorwaarde te stellen voor de realisatie van een EVZ? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het is ons niet bekend dat deze voorwaarde wordt gesteld. Realisering van een ecologische verbindingszone is altijd uitgangspunt van provinciaal beleid. Bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein zal rekening moeten worden gehouden met de EVZ.
6. Bent u bereid bij de gemeente Breda te pleiten voor het van elkaar loskoppelen van de plannen voor versterking van de EVZ en de plannen voor de aanleg van een bedrijventerrein op Rithmeesterpark II? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Dit is niet aan de orde, zie het antwoord op vraag 5.
7. Acht u het relevant om de uitkomsten van het onderzoek naar de natuurwaarden, en wellicht ook de analyses die de vermeende noodzaak voor de bouw van dit bedrijventerrein onderbouwen, zeer kritisch te bekijken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja , alle onderzoeken worden constructief-kritisch bekeken bij het beoordelen van ruimtelijke plannen op het provinciaal beleid.
8. Wat vindt u ervan dat in 2019 een kaalslag heeft plaatsgevonden van de natuur in en rondom het plangebied?
Antwoord:
Navraag bij de gemeente wijst uit dat het gaat om een perceel dat eigendom is van de gemeente. Op dat perceel stonden opstallen en bevond zich een illegaal tentenkamp. De gemeente heeft ca. twee jaar geleden besloten om de opstallen op te ruimen en de locatie op te schonen. Daarbij is inderdaad ook de opgroei verwijderd. Het opschonen had niets te maken met de ontwikkelingen en ideeën voor Rithmeesterpark fase II.
9. Was de kaalslag deel van de voorbereiding voor de aanleg van Rithmeesterpark II? Zo nee, wat was dan de reden?
Antwoord:
Nee, het verwijderen van opgroei stond los van de ontwikkeling van Rithmeesterpark II.
10. Is voorafgaand aan de kaalslag een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd op grond van de Wet natuurbescherming? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het is ons niet bekend of dit onderzoek is uitgevoerd omdat dit een bevoegdheid van het gemeentebestuur betreft.
11. Heeft de kaalslag het in 2020 en 2021 lopende flora- en faunaonderzoek gemakkelijker gemaakt omdat nu met minder flora en fauna rekening gehouden hoeft te worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Wij verwijzen naar het antwoord op vraag 10.
12. De gemeente is nog in de haalbaarheidsfase van het project. In het kader van de haalbaarheid heeft de gemeente wel reeds een natuurtoets laten uitvoeren door adviesbureau Antea Group. De conclusie is dat er een aantal nadere onderzoeken nodig zijn. Tevens is het studiegebied in de tussentijd naar het zuiden toe uitgebreid. De natuurtoets zal waarschijnlijk nog dit jaar worden opgeleverd maar de nadere onderzoeken naar vleermuizen en marters pas volgend jaar september (2021).
Kunt u bij de gemeente Breda nagaan waarom in de communicatie met de pers wél wordt genoemd dat het project het 'natuur- en landgoederenlandschap versterkt’ maar dat niet wordt genoemd dat er nog onderzoeken moeten worden uitgevoerd naar de nu in het gebied aanwezige beschermde soorten?
Antwoord:
Het is niet aan ons om een oordeel te geven over de communicatie van de gemeente Breda. De gemeente zal voor het opstellen van een bestemmingsof omgevingsplan onderzoek moeten doen naar beschermde soorten. Wij wachten dat onderzoek af.
13. Bent u met ons van mening dat het voorbarig is om de komst van Rithmeesterpark II te adverteren middels een persbericht (en daarmee eventuele investeerders te enthousiasmeren), terwijl het project nog in de haalbaarheidsfase zit?
Antwoord:
Het is niet aan ons om daar een oordeel over te geven. Wij zijn met u eens dat het plan nog in een haalbaarheidsfase zit en er nog geen concreet plan is.
14. Bent u met ons van mening dat uit deze werkwijze blijkt dat de komst van Rithmeesterpark II voor de autoriteiten eigenlijk geen kwestie is van haalbaarheid, maar van het simpelweg uit de weg ruimen van eventuele obstakels?
Antwoord:
Nee, de planvorming is nog niet afgerond. Momenteel voert de gemeente een haalbaarheidsonderzoek uit waarin wordt gekeken naar wet- en regelgeving en draagvlak.
15. Wat gebeurt er met Rithmeesterpark II en III wanneer er beschermde soorten worden aangetroffen in het projectgebied? En wat gebeurt er met de beschermde soorten in kwestie?
Antwoord:
Dat is nu nog niet bekend. Duidelijk is dat de planvorming zal moeten voldoen aan de Wet natuurbescherming en aan het provinciaal beleid.
16. Behoort het vervangen van natuur door nieuwe bedrijventerreinen tot de provinciale doelstellingen? Zo nee, waar blijkt dat uit?
Antwoord:
Nee, natuur is juist beschermd in de interim-omgevingsverordening.
17. Behoort het tegengaan van leegstand en verpaupering van bedrijventerreinen tot de provinciale doelstellingen? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord:
Ja, bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen wordt ook gekeken naar het beschikbaar aanbod en herontwikkelingsmogelijkheden op bestaande bedrijventerreinen, alsmede de mogelijkheden om bestaand leegstaand vastgoed te gebruiken. Deze analyse zal moeten worden betrokken in de onderbouwing van de ladder voor duurzame verstedelijking, dat als onderdeel van het bestemmingsplan of omgevingsplan opgesteld moet worden.
18. Wat is de stand van zake in de gemeente Breda wat betreft (gedeeltelijke) leegstand van bedrijventerreinen, en wat is de voortgang van de aanpak van leegstand en verpaupering van bedrijventerreinen en het efficiënt inrichten van bestaande bedrijventerreinen aldaar?
Antwoord:
Wij verwijzen hiervoor naar de gemeente Breda omdat dit een bevoegdheid betreft van de gemeente Breda. Zoals wij bij vraag twee al hebben opgemerkt worden eind van dit jaar nieuwe regionale afspraken voor bedrijventerreinen in West-Brabant gemaakt.
19. Bent u bereid een onderzoek uit te voeren naar nut en noodzaak van Rithmeesterpark II en III?
Antwoord:
Nee, het is aan de gemeente om dat onderzoek uit te voeren. Bij de beoordeling van het bestemminsplan of omgevingsplan kijken wij of het plan voldoet aan de regionale afspraken en of nut en noodzaak goed zijn onderbouwd.
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
H.B.W. van den Berg,
programmamanager Wonen en Leefomgeving
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Technische vragen over controle percelen ten behoeve van jacht, beheer en schadebestrijding
Lees verderTechnische vragen over de ‘Bernhezer variant’ op de stalderingsregeling
Lees verder