Vragen over opbrengsten van grote culturele evene­menten die (deels) tot stand komen met provin­ciale subsidie


Indiendatum: jun. 2016

Schriftelijke vragen van de Statenfracties van de SP en de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende opbrengsten van grote culturele evenementen die (deels) tot stand komen met provinciale subsidie.


Geacht college,

De provincie Noord-Brabant heeft een rijke cultuur en is daarmee ook de plaats waar een aantal grote culturele evenementen wordt georganiseerd. Vaak gebeurt dit met financiële steun van de provincie, zoals bij de tentoonstelling Jheronimus Bosch - Visioenen van een genie in het Noordbrabants Museum.

Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.

1. Bent u op de hoogte van de opbrengsten dan wel winsten van de Jeroen Bosch-tentoonstelling in het Noordbrabants Museum? Zo ja, wat is de hoogte van de opbrengsten dan wel winsten? Zo nee, waarom niet?

2. Op welke manier worden genoemde opbrengsten/winsten ingezet door het Noordbrabants Museum?

3. Wordt een deel van de opbrengsten/winsten door het Noordbrabants Museum weer geïnvesteerd in Brabantse kunstenaars? Zo ja, op welke manier en om welk bedrag gaat het? Zo nee, waarom niet?

4. Ontvangt de provincie Noord-Brabant een deel van de genoemde opbrengsten/winsten van de Jeroen Bosch-tentoonstelling? Zo ja, welk bedrag en hoe worden deze gelden ingezet? Zo nee, waarom niet?

5. Ontvangt de provincie Noord-Brabant een deel van de opbrengsten/winsten van andere culturele evenementen waaraan zij financieel heeft bijgedragen? Zo ja, welk bedrag en hoe worden deze gelden ingezet? Zo nee, waarom niet?

6. Krijgt de provincie Noord-Brabant op een andere manier een compensatie of tegemoetkoming als een cultureel evenement in Brabant meer opbrengt dan verwacht?

7. Bent u met ons van mening dat in de toekomst een deel van de opbrengsten/winsten van grote culturele evenementen zou moeten worden geïnvesteerd in ondersteuning van kunst en kunstenaars in Noord-Brabant? Zo ja, kunt u dit opnemen in een subsidieregeling voor kunsten? Zo nee, waarom niet?

Wij vernemen graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Maurice Spapens
SP Noord-Brabant

Marco van der Wel & Paranka Surminski
Partij voor de Dieren Noord-Brabant

Indiendatum: jun. 2016
Antwoorddatum: 28 jun. 2016

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Bent u op de hoogte van de opbrengsten dan wel winsten van de Jeroen Bosch-tentoonstelling in het Noordbrabants Museum? Zo ja, wat is de hoogte van de opbrengsten dan wel winsten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, van de omvang van die opbrengsten zijn wij nog niet op de hoogte. Wij zijn net als PS verheugd over het grote succes van de tentoonstelling. Deze tentoonstelling is onderdeel van een jaarprogramma rondom Jeroen Bosch waar wij als geheel aan bijdragen. We ontvangen in 2017 de verantwoordingen van de stichting JB500 en het Noordbrabants Museum over dit gehele project en de tentoonstellingen, niet tussentijds.


2. Op welke manier worden genoemde opbrengsten/winsten ingezet door het Noordbrabants Museum?

Antwoord: De tentoonstelling is een gezamenlijk project van het Noordbrabants Museum en de stichting JB500. Zij hebben onderling afspraken gemaakt over de verdeling van de opbrengsten. Wij ontvangen na afloop van het project, uiterlijk in 2017, een verantwoording. Een eerste ambtelijke overleg om zicht te krijgen op de financiële resultaten van het Noordbrabants Museum, en eventuele inzet daarvan in de toekomst, staat na de zomer gepland.


3. Wordt een deel van de opbrengsten/winsten door het Noordbrabants Museum weer geïnvesteerd in Brabantse kunstenaars? Zo ja, op welke manier en om welk bedrag gaat het? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: zie antwoord bij vraag 2.


4. Ontvangt de provincie Noord-Brabant een deel van de genoemde opbrengsten/winsten van de Jeroen Bosch-tentoonstelling? Zo ja, welk bedrag en hoe worden deze gelden ingezet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, de provincie deelt niet in de opbrengst. Dit zit niet in het karakter van subsidieverlening. De provincie ondersteunt het project van de stichting JB500, de tentoonstelling maakt daar onderdeel van uit. De verantwoording over het totale project ontvangen wij in 2017. Dan pas hebben wij definitief zicht op wat en hoe groot de opbrengst is en hoe groot de daadwerkelijke subsidiebehoefte voor het project is. De subsidie wordt dan vastgesteld op werkelijk gemaakte kosten. Dit kan betekenen dat de provincie het positieve saldo, naar rato van ons aandeel, terugvordert.


5. Ontvangt de provincie Noord-Brabant een deel van de opbrengsten/winsten van andere culturele evenementen waaraan zij financieel heeft bijgedragen? Zo ja, welk bedrag en hoe worden deze gelden ingezet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: zie antwoord bij vraag 4.


6. Krijgt de provincie Noord-Brabant op een andere manier een compensatie of tegemoetkoming als een cultureel evenement in Brabant meer opbrengt dan verwacht?

Antwoord: zie antwoord bij vraag 4.


7. Bent u met ons van mening dat in de toekomst een deel van de opbrengsten/winsten van grote culturele evenementen zou moeten worden geinvesteerd in ondersteuning van kunst en kunstenaars in Noord-Brabant? Zo ja, kunt u dit opnemen in een subsidieregeling voor kunsten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het college vindt het door de vragensteller gesuggereerde principe de moeite waard. We kunnen overigens denken aan meerdere vormen van instrumenten om kunstenaars te ondersteunen. Naast subsidie kan ook gedacht worden aan garantstelling, leningen of het vormen van samenwerking, zoals toegepast door Brabant C.


Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter, de secretaris,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger