Vragen over verschil­lende versies van bewo­ners­va­riant 72a op de GOL-plannen


Indiendatum: mrt. 2018

Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Dieren aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betreffende verschillende versies van bewonersvariant 72a op de GOL-plannen.


Geacht college,

Stichting Van Gol naar Beter (VGnB) heeft een variant op de plannen van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) ontwikkeld; variant 72a. Variant 72a is tijdens de expertsessie met Stuurgroep GOL, op 12 oktober 2017, gezamenlijk verbeterd. Deze verbeterde variant 72a zou vervolgens doorberekend worden.

VGnB stelt nu dat niet de verbeterde variant 72a is doorgerekend, maar een door de gemeente Waalwijk (en zonder VGnB) ontwikkelde uitwerking van variant 72a. Deze aangepaste versie is volgens VGnB een verkeerde weergave van de verbeterde variant 72a en valt door extra toegevoegde elementen veel duurder uit. Deze (verkeerde) versie zou zonder instemming van VGnB in het verdere proces zijn meegenomen.

Wij merken dat dit de basis is van de discrepantie tussen hetgeen wat de provincie en wat VGnB stellen over de kwestie rond het doorberekenen en de haalbaarheid van variant 72a. Wij hopen deze eventuele onduidelijkheid uit de wereld te kunnen helpen, opdat er uiteindelijk een transparant en beter afgewogen besluit genomen kan worden door Provinciale Staten.

(In een poging het risico op verwarring tussen de al dan niet bestaande twee afzonderlijke nieuwe versies van variant 72a te voorkomen, zullen we in deze vragen spreken over;

  • variant 72a’: de originele variant, waarmee VGnB de expertsessie in is gegaan;
  • de ‘verbeterde variant’: de versie die in samenwerking met VGnB is gemaakt tijdens de expertsessie, op basis van de originele variant 72a, en;
  • de ‘aangepaste variant’: de versie die volgens VGnB door derden (de gemeente Waalwijk?) is aangepast op basis van de originele variant 72a, na de expertsessie en zonder samenwerking en instemming met VGnB.)

Wij hebben daarom de volgende vragen.

1. Is er in uw optiek sprake van twee aangepaste versies van variant 72a, sinds de expertsessie van 12 oktober 2017?

Indien ‘nee’ op vraag 1: Wij krijgen graag inzicht in waarom de veronderstelling van het bestaan van twee aangepaste versies onterecht zou zijn.

2. Kunt u gedetailleerd, compleet en uitputtend weergeven wat er met variant 72a is gebeurd vanaf het begin van de expertsessie tot en met de doorberekening?

Indien ‘ja’ op vraag 1:

3. Klopt het dat niet de met medewerking van VGnB verbeterde variant, maar de zonder VGnB aangepaste variant, integraal is doorberekend?

4. Op basis waarvan is besloten de aangepaste variant en niet de verbeterde variant door te rekenen?

5. Welke verschillen zijn er tussen de verbeterde variant en de doorberekende variant? Waarbij graag een uitputtend antwoord waarin alle verschillen worden genoemd, inclusief kosten.

6. Waarom was de kostennota/kostenraming van de doorberekende variant alleen vertrouwelijk in te zien? Wat zijn de potentiële negatieve gevolgen van openbaring van de kostennota en op basis waarvan rechtvaardigt dat de vertrouwelijke behandeling?

7. Bent u met ons van mening dat door bedrijfsnamen e.d. te censureren de kostennota/kostenraming gewoon openbaar gemaakt had kunnen worden? Zo ja, bent u bereid de documenten alsnog openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

8. Bent u het met ons eens dat eventuele meerkosten van de verbeterde variant (t.o.v. de GOL-variant) mogelijk zijn te verantwoorden op basis van meer baten (t.o.v. de GOL-variant), o.a. in de vorm van een betere realisering van natuur- en landschappelijke waarden, betere leefbaarheid voor de bewoners en meer reistijdbesparing? Zo nee, waarom niet?

In de kostenvergelijking is geen inzicht gegeven in andere kosten dan puur de infrastructurele, zoals kosten van compenseerde en mitigerende maatregelen die wel genomen dienen te worden ondanks dat deze buiten het plangebied van de GOL vallen.

Ongeacht welke variant is doorberekend:

9. Waarom is alleen een vergelijking van de infrastructurele kostenraming van variant 72a met de infrastructurele maatregelen van het voorkeursalternatief (VKA) GOL gemaakt?

10. Waarom zijn de kosten van variant 72a niet volwaardig en integraal afgezet tegen de baten?

In antwoord op eerdere schriftelijke vragen van onze fractie over de GOL gaf u aan: “Een MKBA is een instrument dat aan het begin van een proces wordt ingezet en de totale opgave overziet. Het is niet het passende instrument voor de analyse van een variant.” Dit is voor u blijkbaar reden om geen MKBA van een bewonersvariant uit te (laten) voeren.

11. Waarom is een MKBA niet het passende instrument voor de analyse van een variant?

12. Bent u het met ons eens dat het gegeven dat een MKBA normaal gesproken aan het begin van een proces wordt ingezet, geen goed rationeel argument is om alsnog een MKBA uit te (laten) voeren van de verbeterde variant 72a? Zo ja, bent u bereid alsnog een MKBA uit te (laten) voeren van de verbeterde variant 72a? Zo nee, welke rationele argumenten heeft u om geen MKBA uit te (laten) voeren van de verbeterde variant 72a?

13. Bent u het met ons eens dat burgerparticipatie tijdens het gehele proces sterk te waarderen is en dat juist betrokkenheid van burgers moet worden gestimuleerd? Zo ja, hoe gaat u dat in het resterende proces van GOL oppakken? Zo nee, waarom niet?

Wij danken u bij voorbaat voor de beantwoording.


Met vriendelijke groet,

Marco van der Wel,
Partij voor de Dieren

[1] Bronnen:
- Brabants Dagblad: ‘Van Gol naar Beter: fout bij rekensom’. 17 Maart 2018, p. 2.
- Mailwisseling met stichting Van GOL naar Beter.

Indiendatum: mrt. 2018
Antwoorddatum: 17 apr. 2018

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.


1. Is er in uw optiek sprake van twee aangepaste versies van variant 72a, sinds de expertsessie van 12 oktober 2017?

Antwoord:
Nee. Er is sprake van een variant 72A zoals in de expertsessie besproken, met daarbij ook in beeld gebracht de aanpassing met de ovonde. De Stichting heeft variant 72A ingebracht als zienswijze. Op de variant zoals is ingebracht zullen we reageren.


Indien ‘nee’ op vraag 1: Wij krijgen graag inzicht in waarom de veronderstelling van het bestaan van twee aangepaste versies onterecht zou zijn.

Antwoord:
Wij hebben geen inzicht in waarom men in de veronderstelling is dat er twee aangepaste versies zijn. Naar onze mening is hier geen sprake van.


2. Kunt u gedetailleerd, compleet en uitputtend weergeven wat er met variant 72a is gebeurd vanaf het begin van de expertsessie tot en met de doorberekening?

Antwoord:
De expertsessies zijn georganiseerd om vast te stellen of variant 72a uitzicht bood op een volwaardig haalbare variant. In deze sessies is variant 72a met vertegenwoordigers van de Stichting verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Daarbij heeft de Stichting ook aanvullende elementen ingebracht zoals de ovonde. Ook deze is betrokken in de afweging. Onze conclusie uit de sessies was dat variant 72a niet kan leiden tot een volwaardig en reëel alternatief voor de door GS voorgestelde variant. Dit zowel op basis van inhoudelijke als financiële overwegingen.

We bevinden ons nu in het zienswijzeproces. De Stichting heeft een zienswijze ingediend met variant 72 A. In de reactienota op de zienswijzen zullen GS (opnieuw) zorgvuldig reageren op de uiteindelijk ingediende variant 72a.


Indien ‘ja’ op vraag 1:

Antwoord:
Beantwoording vragen 3 tot en met 8 niet nodig omdat antwoord op vraag 1 nee is.


3. Klopt het dat niet de met medewerking van VGnB verbeterde variant, maar de zonder VGnB aangepaste variant, integraal is doorberekend?

Antwoord:
Zie antwoord vraag 2.


4. Op basis waarvan is besloten de aangepaste variant en niet de verbeterde variant door te rekenen?

Antwoord:
Zie antwoord vraag 2.


5. Welke verschillen zijn er tussen de verbeterde variant en de doorberekende variant? Waarbij graag een uitputtend antwoord waarin alle verschillen worden genoemd, inclusief kosten.

Antwoord:
Zie antwoord vraag 2.


6. Waarom was de kostennota/kostenraming van de doorberekende variant alleen vertrouwelijk in te zien? Wat zijn de potentiële negatieve gevolgen van openbaring van de kostennota en op basis waarvan rechtvaardigt dat de vertrouwelijke behandeling?

Antwoord:
We hebben in deze gehandeld zoals we dit gewoon zijn te doen bij majeure projecten. Een gedetailleerde kostenraming betreft gevoelige marktinformatie die kostenopdrijvend kan werken in de aanbesteding; dit ten nadele van een kosteneffectieve uitvoering van projecten en ten nadele van de Brabantse belastingbetaler.


7. Bent u met ons van mening dat door bedrijfsnamen e.d. te censureren de kostennota/kostenraming gewoon openbaar gemaakt had kunnen worden? Zo ja, bent u bereid de documenten alsnog openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee. Er staan geen bedrijfsnamen in, de gedetailleerde kostenraming is gevoelige informatie.


8. Bent u het met ons eens dat eventuele meerkosten van de verbeterde variant (t.o.v. de GOL-variant) mogelijk zijn te verantwoorden op basis van meer baten (t.o.v. de GOL-variant), o.a. in de vorm van een betere realisering van natuuren landschappelijke waarden, betere leefbaarheid voor de bewoners en meer reistijdbesparing? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee. Meerkosten zijn slechts dan te verantwoorden als bovenop de geformuleerde projectdoelen aanvullend maatschappelijk rendement kan worden gerealiseerd. In dit geval worden de geformuleerde projectdoelen niet gerealiseerd.


In de kostenvergelijking is geen inzicht gegeven in andere kosten dan puur de infrastructurele, zoals kosten van compenseerde en mitigerende maatregelen die wel genomen dienen te worden ondanks dat deze buiten het plangebied van de GOL vallen.

Ongeacht welke variant is doorberekend:

9. Waarom is alleen een vergelijking van de infrastructurele kostenraming van variant 72a met de infrastructurele maatregelen van het voorkeursalternatief (VKA) GOL gemaakt?

Antwoord:
In het totale zorgvuldige proces dat we voor GOL hebben doorlopen, hebben belanghebbenden diverse mogelijkheden en alternatieven aan de orde gebracht. Deze voorstellen zijn steeds op meerdere aspecten gewogen om te kunnen bepalen of het zin had vervolgstappen te zetten in het verder uitwerken hiervan en nader te onderzoeken (trechteringsproces). Voor de variant van de Stichting is extra geïnvesteerd in de eerder genoemde expertsessies. Dit leidde tot de conclusie dat er inhoudelijk en financieel geen zicht was op een volwaardig alternatief. Daarmee worden verdere stappen, zoals een MER, niet meer genomen omdat deze variant niet haalbaar is. En daarmee dus ook geen verder onderzoek naar mogelijke compenserende en mitigerende maatregelen.


10. Waarom zijn de kosten van variant 72a niet volwaardig en integraal afgezet tegen de baten?

Antwoord:
Wij verwijzen u hiervoor naar ons antwoord op vraag 9.


In antwoord op eerdere schriftelijke vragen van onze fractie over de GOL gaf u aan: “Een MKBA is een instrument dat aan het begin van een proces wordt ingezet en de totale opgave overziet. Het is niet het passende instrument voor de analyse van een variant.”1 Dit is voor u blijkbaar reden om geen MKBA van een bewonersvariant uit te (laten) voeren.

11. Waarom is een MKBA niet het passende instrument voor de analyse van een variant?

Antwoord:
Voor de variant 72A van de Stichting is een MKBA niet meer aan de orde, aangezien deze geen uitzicht biedt op een volwaardig alternatief zoals door ons beantwoord in vraag 9. Overigens is voor de GOL variant een MER uitgevoerd. Deze systematiek geeft een nog completer beeld t.o.v. MKBA.


12. Bent u het met ons eens dat het gegeven dat een MKBA normaal gesproken aan het begin van een proces wordt ingezet, geen goed rationeel argument is om alsnog een MKBA uit te (laten) voeren van de verbeterde variant 72a? Zo ja, bent u bereid alsnog een MKBA uit te (laten) voeren van de verbeterde variant 72a? Zo nee, welke rationele argumenten heeft u om geen MKBA uit te (laten) voeren van de verbeterde variant 72a?

Antwoord:
Wij verwijzen u hiervoor naar ons antwoord op vraag 9.

13. Bent u het met ons eens dat burgerparticipatie tijdens het gehele proces sterk te waarderen is en dat juist betrokkenheid van burgers moet worden gestimuleerd? Zo ja, hoe gaat u dat in het resterende proces van GOL oppakken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
In het proces is op meerdere momenten en in verschillende vormen sprake geweest van participatie met en door de omgeving: een Adviesgroep met 20 organisaties, bespreking in de gemeenteraden, schetsessies met inwoners, open info avonden, talrijke gesprekken met belanghebbenden en de nu lopende beoordeling van zienswijzen. Op deze manier is in het proces alle relevante informatie beschikbaar gekomen. In dit complexe proces is nu politieke besluitvorming aan de orde. Na besluitvorming door de politiek betrekken we uiteraard de omgeving bij de realisatie van de besluiten.


Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter, de secretaris,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Interessant voor jou

Vragen over de uitbreiding van politieacademie Ossendrecht

Lees verder

Vragen over het niet onderbouwde ganzenbeleid van de provincie Noord-Brabant

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer