Veror­dening lucht­ha­ven­be­sluit lucht­haven Seppe


17 mei 2013

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter, als Partij voor de Dieren maken wij ons toch wel sterk voor de omwonenden van de kleine vliegvelden die onder provinciaal toezicht vallen om het zo maar te zeggen. Wij volgen het beleid dat de provincie nu inzet met betrekking tot Seppe en straks ook Budel. Er zijn veel vragen gesteld, ook in de commissie, want een aantal dingen zijn ingewikkeld. Ik geloof dat we nu wel op een rij hebben hoe het precies zit met de geluidsruimte.

Er zijn nog wel een paar openstaande punten. Ik kom tot de constatering dat één in ieder geval technisch van aard is. Daar zullen we later met een vraag nog wel op terugkomen. Het gaat hierom dat als we kijken naar de geluidsruimte zoals die nu is vastgelegd en de geluidsruimte zoals die oorspronkelijk was, we toch nog wel verschillen zien, met name door die twee verschillende rekenmethodes en de invoering van helikopterbewegingen in het geluid. Wij hebben met name de indruk dat er toch een soort van verruiming zit in de hoeveelheid geluid of in de contouren waardoor omwonenden feitelijk meer last kunnen ondervinden. Dat is heel technisch want het gaat op basis van die berekeningen en ik denk dat de gedeputeerde er nu geen antwoord op kan geven. Als wij die contouren bekijken vinden wij het vreemd dat zij zoals ze nu zijn vastgelegd ruimer van aard zijn dan bij de vorige periode. Als dat zo is dan betekent dat dat er meer vrijheid is om geluid te maken en dat betekent dat meer mensen er last van kunnen hebben. Dat vinden wij kwalijk.

Het tweede punt, dat ook in de commissie is besproken, is die extra geluidsruimte van 2 dB (decibel) die van de helikopters komt en erbij wordt geteld. Feitelijk zijn we het met de gedeputeerde eens dat dit klopt. Oorspronkelijk werd het geluid vastgesteld op basis van de vliegbewegingen en daar moeten nu de helikopterbewegingen bij worden opgeteld. Dat was oorspronkelijk niet zo en dat is nu wel gedaan. Daarmee komen we op een hogere geluidsbelasting. Dat snappen we, maar wij hebben nog gevraagd of de extra
geluidsruimte voor helikopters die nu is meegenomen, niet teruggebruikt kan worden voor vliegtuigen. Dat zouden we niet een een-op-eenoverzetting vinden. Het zou betekenen
dat als geen helikopterbewegingen plaatsvinden, de geluidsruimte verder kan worden gevuld met reguliere vluchten. Dat betekent een overschrijding van die theoretische
58.004 vluchten. Dat zouden wij niet goed vinden. Daarop graag een antwoord van de gedeputeerde.

Als we dan kijken naar de twee vliegvelden waarover we het hebben, nu Seppe en straks ook Budel, valt op dat de provincie eigenlijk alleen maar een papieren controle doet. De vliegvelden leveren de gegevens aan van aantallen en typen vluchten, deze worden door de provincie dan wel door een extern bureau in een soort berekening opgenomen en dan wordt gekeken wat de geluidsbelasting op verschillende punten is. Het waren er twee, het worden er nu zes. Chapeau! Dat vinden wij goed. Feit blijft echter dat het staat of valt met de juistheid van de gegevens die worden aangeleverd door het vliegveld zelf. Wij vinden dat de provincie in ieder geval de mogelijkheid moet hebben om steekproefsgewijze de gegevens van het logboek met de werkelijke vluchten te controleren. Ik wacht de reactie van de gedeputeerde af voordat we eventueel met een motie komen.

De heer Van Heugten (GS;CDA):
Voorzitter! De heer Van der Wel van de Partij voor de Dieren merkte op dat zijn partij zich sterk maakt voor de omwonenden van de kleine luchthavens. Het college sluit zich daarbij aan. Ook wij maken ons sterk voor de omwonenden van de kleine luchthavens. Ik heb in de commissie gemerkt dat ook andere partijen die zelfde instelling hebben. Dat blijkt ook wel uit het feit dat wij deze verordening hebben gemaakt zoals ze nu is. We hebben een wettelijke taak toegewezen gekregen voor beleid en handhaving op kleine luchthavens. Er is een wettelijk kader voor hoe we dat moeten doen. Zoals men kan zien gaan wij ook verder dan dit kader ons oplegt. Dit betekent ook dat we zelf al de intentie hebben de luchthavenactiviteit in Brabant goed te organiseren. We hebben daarvoor beleid afgesproken: geen groei, geen verruiming. Wat er is moet zo kunnen blijven. We willen ook niet dat de luchthavens niet meer kunnen functioneren, maar respect voor de omgeving. Met deze verordening zijn we aan het werk gegaan en men heeft zelf kunnen constateren waar het bijvoorbeeld gaat om de wettelijk verplichte twee handhavingspunten, wij er zes van hebben gemaakt. Daar kan ook gemonitord worden. Het is een heel gebruikelijke techniek, ook bij elk bedrijventerrein in deze provincie, geluidsberekeningen te maken, een geluidsboekhouding bij te houden en geluidshandhavingspunten vast te stellen waaraan de berekende waarden worden getoetst. Dat gebeurt ook met de luchthaven. Het is dus geen vreemde systematiek die we toepassen. De voorheen gebruikte systematiek was gebaseerd op grote luchthavens en op ingewikkelde kosteneenheden en andere methodieken die veel ingewikkelder waren dan deze gangbare methodiek die we ook op bedrijventerreinen in Brabant gebruiken.

De vraag was of het nu echt duidelijk is dat het gaat om vliegtuigbewegingen en helikopterbewegingen en of het een niet met het ander kan worden opgevuld. Ik verwijs
dan nog even naar het antwoord op de vraag die u op 14 mei heeft gesteld. De redenering dat het zo zou zijn klopt niet. Juist om te voorkomen dat niet gebruikte geluidsruimte voor helikopterbewegingen wordt opgevuld met vliegtuigbewegingen zijn in de wettelijk verplichte handhavingspunten afzonderlijke grenswaarden voor de geluidsbelasting als gevolg van helikopter– en vliegtuigbewegingen opgenomen. Helderder dan zo kunnen we niet verwoorden dat de uitgesproken vrees niet aan de orde is.

Wat betreft handhaving en controle hanteren we wel het vertrouwensbeginsel dat wij ervan uitgaan dat mensen in beginsel te vertrouwen zijn. Ik heb het idee dat de heer Van der Wel een wantrouwensbeginsel hanteert door ervan uit te gaan dat al bij voorbaat een stevige controle moet worden toegepast en dat als blijkt dat het goed gaat, de controle wat minder kan worden. Wij hebben het idee dat we een goed systeem hebben opgezet. De heer Van den Berg gaf ook al aan dat er een nauwgezette registratie is van vliegtuigbewegingen op de luchthaven. Die registratie wordt doorgerekend naar de geluidsbelasting. Wij hebben daar een model voor zodat we kunnen kijken of de berekeningen goed zijn uitgevoerd. Wij zullen er dan ook op toezien dat dat gebeurt en wij hebben er vertrouwen in dat dit systeem werkt want zo hebben we het wettelijk met elkaar afgesproken.

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter! De gedeputeerde voert aan dat het zou gaan om een stevige controle. Die controle moet natuurlijk goed worden gedaan maar het hoeft niet dagelijks te zijn. Wat ons betreft ligt het dus gewoon in de lijn van de handhaving zoals we die in de provincie kennen. Dat houdt in dat gewoon wordt begonnen met een keer te controleren en als het dan niet klopt kan de frequentie worden opgevoerd. Is het in orde dan kan de frequentie worden afgebouwd. Het gaat er echter om dat het een papieren controle blijft. De gedeputeerde zegt wel dat het op basis van vertrouwen is, maar we weten inmiddels ook in de provincie dat we wel moeten weten dat het beginsel goed is. Er is een uitgangspunt nodig en dat is er niet.

De heer Van Heugten (GS;CDA):
Het is niet helemaal een papieren controle. We gaan natuurlijk ook met de exploitant kijken of het systeem dat wordt gebruikt, goed geïnstalleerd is. Vervolgens levert hij gegevens aan en met die gegevens kunnen wij berekeningen maken om te zien of het goed is. Het is het zoeken van een balans tussen de mate van risico en de mate van inzet. Wij zijn van mening, maar dat geldt ook voor de gedeputeerde die de handhaving in zijn portefeuille heeft, dat de handhaving moet worden aangepast aan risico’s en klachten die er komen. Dat is hier van groot belang en dat is ook in de commissie voor regionaal overleg uitvoerig aan de orde geweest. Op het moment dat er klachten zijn vanuit de omgeving dat de exploitatie van de luchthaven in strijd zou zijn met wat we hebben afgesproken, zal natuurlijk een intensivering van handhaving en controle plaatsvinden. Wij hebben dus een systeem van controle dat risicogericht is. Wij zullen dus echt niet alleen op papier bezig blijven maar ook echt de luchthaven bezoeken en vervolgens op basis van klachten en andere waarnemingen onze handhaving aanpassen.

De heer Van der Wel (PvdD):
Ik ben blij met de toezegging van de gedeputeerde, maar hoe moet het dan met die klachtenregistratie? Als het aantal klachten uit de omgeving toeneemt, gaat dan worden gekeken naar het aantal en typen vluchten? Hoe wordt dat verband gelegd?

De heer Van Heugten (GS;CDA):
Ook daar heeft de heer Van der Wel al veel vragen over gesteld. Ik verwijs voor een deel naar de antwoorden die hij daarop heeft gekregen. Het is goed dat wij het afstemmen met de gedeputeerde voor de handhaving om ervoor te zorgen dat onze prioritering voor handhaving en handhavingscapaciteit en de vraag op basis van welke klachten we welke actie gaan ondernemen, gewoon regulier is. Dat geldt voor intensieve veehouderij, voor luchthavens, voor bedrijventerreinen en voor geluidsoverlast van wegen. We hebben daar onze uitgangspunten voor handhaving voor en die zullen we ook voor deze luchthaven toepassen.

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter! Ik kan heel kort zijn in de tweede termijn. Wij begrijpen de argumentatie. Wij zijn blij met de gedeeltelijke toezegging dat er in ieder geval gekeken wordt op het vliegveld wat er aan de hand is en dat op basis van klachten nog iets extra’s kan gebeuren, maar het is ons nog niet geheel duidelijk hoe dat precies vorm wordt gegeven.

Wij willen de motie gewoon indienen. Het gaat niet alleen over Seppe maar ook over Budel. Het zou een toevoeging zijn aan het bestaande beleid.

De voorzitter:
Door het lid Van der Wel wordt de volgende motie voorgesteld:

Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op 17 mei 2013, kennis genomen hebbende van Statenvoorstel 30/13 Verordening luchthavenbesluit Seppe
Noord-Brabant,

overwegende dat:
- de provincie een nieuwe handhavingskoers heeft ingezet waarbij ’naleving een zaak is van ons allemaal;
- gebleken is dat papieren controles fraudegevoelig zijn,

constaterende dat:
- de provincie de controle van de handhavingspunten uitvoert door het (Iaten) uitvoeren van geluidsberekeningen op basis van door een vliegveld aangeleverde gegevens omtrent aantal vluchten en type vliegtuigen,

verzoeken het college van Gedeputeerde Staten:
- een steekproefsgewijze controle in te voeren voor de controle van de door vliegvelden aangeleverde gegevens omtrent het aantal en type uitgevoerde vluchten;
- de frequentie van controle uit te voeren conform de nieuwe handhavingskoers,

en gaan over tot de orde van de dag.

Deze motie maakt onderdeel uit van de beraadslaging en krijgt nr. M1 (30/13).

De heer Van Heugten (GS;CDA):Voorzitter, voordat ik aan de motie toekom, wil ik eerst antwoorden op de vraag van mevrouw Arts over de middelen die al dan niet zijn meegekomen met de overdracht van de taak aan de provincie inzake de regionale luchthavens. Mijn antwoord daarop is positief. Er zijn middelen meegekomen in de orde van grootte van €130.000 per jaar voor de uitvoering van onze taak. Aan mijn toezegging in eerste termijn is hiermee voldaan.

Het college ontraadt de motie. In de motie wordt ervan uitgegaan dat er nu geen goede handhaving zou zijn. Er is een wettelijke plicht tot registratie. Die registratie laat weinig ruimte tot sjoemelen. Geregistreerde vliegtuigen kunnen namelijk niet van categorie veranderd worden. Verder zijn ze van landingsrechten afhankelijk. Met deze motie wordt gesuggereerd dat onze huidige handhaving niet adequaat zou zijn. Ik heb al gezegd dat ook steekproefsgewijze controles onderdeel uitmaken van onze huidige handhavingsmethodieken. Met deze motie wordt ook gesuggereerd dat onze huidige handhavingsmethodieken niet goed zouden zijn. Dat bestrijden wij.

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter! Dat betekent dat in het huidige beleid, dus met handhaving, een steekproef bij de gegevens van het vliegveld tot de mogelijkheden behoort.

De heer Van Heugten (GS;CDA):
Die behoort tot de mogelijkheden.

De heer Van der Wel (PvdD):
In de eerste termijn zei de gedeputeerde dat op het moment dat er bijvoorbeeld klachten zouden zijn…

De heer Van Heugten (GS;CDA):
Ja. We reageren op klachten en steekproefsgewijze controles ter plaatse behoren tot de mogelijkheden.

De heer Van der Wel (PvdD):
Voorzitter! Dat gehoord hebbende trek ik de motie in.

De voorzitter:
Motie M1 is ingetrokken en maakt derhalve geen onderwerp meer uit van de beraadslaging.

Ik heb genoteerd dat gedeputeerde Van Heugten heeft toegezegd dat bij het optreden van klachten de controle zal worden geïntensiveerd en dat steekproeven daarbij tot de mogelijkheden behoren.