Motie van afkeuring

Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op 22 maart 2013

Constaterende

• dat de Gedeputeerde van Ecologie en Ruimte aangesteld is ten behoeve van versterking en bescherming van de Brabantse ecologie, waaronder verstaan wordt natuur, landschap en milieu inclusief bodem, water en lucht;
• dat door het loslaten van het Gecorrigeerd Emissieplafond 70 extra salderingsverzoeken kunnen worden ingewilligd, terwijl de natuur al te lijden heeft onder een te hoge mate van stikstofemissie;
• dat de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten om uitvoeringsbepalingen vast te stellen, mede op het gebied van het hanteren van eigen rekenmethodes voor stikstofdepositie, afdoet aan de rechtszekerheid van agrariër en belanghebbende;
• dat Gedeputeerde Staten de keuze hebben gemaakt om voorrang te geven aan het formaliseren van ontwikkelingen op het gebied van stikstofemissie in het heden, in plaats van aan die uit het verleden;
• dat Gedeputeerde Staten hiermee onzes inziens te kwader trouw handelt in de uitvoering van Europese wetgeving, zijnde de Habitatrichtlijn;
• dat geen van de maatregelen in Statenvoorstel 22/13A Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 tot doel is om de Europese instandhoudingsdoelstellingen wat betreft Natura 2000-gebieden te behalen;

Overwegende

• dat een landelijke voortrekker van biodiversiteit in eigen provincie het beschermen en versterken van biodiversiteit verzaakt door geenzins bij te dragen aan de reductie van stikstofemissie, maar alleen aan het faciliteren van bedrijfsontwikkelingen binnen de intensieve veehouderij.

Spreekt afkeuring uit

• over deze handelwijze van de Gedeputeerde voor Ecologie,

En gaan over tot de orde van de dag.

Ir. Marco van der Wel
Partij voor de Dieren