Brabantse katten mogen niet langer afge­schoten worden

Brabant sluit zich aan bij een meerderheid van provincies waarin katten niet mogen worden afgeschoten door jagers. Een motie van de Partij voor de Dieren die hiertoe opriep werd vrijdag aangenomen. Jaarlijks werden rond de 2000 katten afgeschoten. Ongeveer 80 procent hiervan betrof huiskatten met een eigenaar.

De provincie Brabant deed eerder een zogeheten aanwijzing voor de afschot van verwilderde katten. De reden hiervoor was dat de dieren schade aan flora en fauna in de natuur zouden aanrichten. Uit navraag van de Partij voor de Dieren bleek echter dat deze schade nooit door de provincie is geconstateerd. Voor de partij was dat reden te meer om, net als acht andere provincies, de afschot van katten niet toe te staan.

De Partij voor de Dieren-fractie is opgetogen over de aangenomen motie. Fractievoorzitter Marco van der Wel: “Er is nu een einde gekomen aan het zonder onderbouwing afschieten van 2000 katten per jaar. Hiermee wordt veel leed voor de katten en de eigenaren van de katten voorkomen.”

De motie werd ingediend samen met GroenLinks en de PVV en werd gesteund door de SP, D66 en de PvdA. Tegen de motie werd gestemd door de VVD, het CDA, 50Plus, Lokaal Brabant en ChristenUnie-SGP.