Opinie: Mes en vork in strijd tegen de mest­fraude


14 november 2017

Al decennialang draait de samenleving op voor problemen die zijn veroorzaakt door de industriële veehouderij. Keer op keer worden er immense bedragen aan belastinggeld besteed aan het oplossen van die problemen, van varkenspest tot boterberg en van milieuschade tot mestoverschot. Keer op keer belooft de sector beterschap, als we maar geduld en vertrouwen hebben.

De problemen rond de vee-industrie zijn veelvoudig en gevarieerd, maar meestal komt de rekening terecht bij de belastingbetaler. Een gevolg van het afschaffen van het melkquotum was dat de massaal aangekochte extra melkkoeien gesubsidieerd naar het slachthuis moesten, nadat er eerst nog subsidie werd verleend voor het níet produceren van melk. De sector kon zichzelf niet bedwingen en de belastingbetaler moest voor die uitspatting weer de portemonnee trekken.

In 2010 is na het debat over burgerinitiatief ‘Megastallen Nee!’ een maximum grootte van stallen afgesproken, met als bijkomende voorwaarde dat stallen alleen uitgebreid mogen worden als er bepaalde 'zorgvuldige maatregelen’ genomen worden. Afgezien van dat deze zorgvuldige maatregelen bol staan van greenwashing van de vee-industrie, is het nu juist boerenbelangenbehartiger ZLTO die deze zelfgemaakte afspraken met de provincie gaat aanvechten bij de rechter.

Een fenomeen dat in het veehouderijdossier op repeat staat is het afwentelen en vooruitschuiven van verantwoordelijkheid. Zo heeft de sector met de provincie Brabant afspraken gemaakt over het terugbrengen van de schade aan natuur. In 2009 spraken o.a. ZLTO en de provincie af dat, indien zou blijken dat de stikstofuitstoot niet snel genoeg terugloopt, het beleid aangescherpt zou worden. Nu dat daadwerkelijk nodig blijkt en door de provincie wordt uitgevoerd, staat o.a. ZLTO op haar achterste poten en onderneemt juridische stappen.

Nu ZLTO de door haarzelf onderschreven maatregelen bij de rechter probeert te ondermijnen, blijkt dat twee derde van haar achterban fraudeert met mest. Doordat illegaal een grote hoeveelheid mest wordt uitgereden is het niet zo gek dat de stikstofuitstoot niet daalt. De sector heeft letterlijk schijt aan het natuurbeschermende beleid en klaagt vervolgens de provincie aan voor het wèl nakomen van de afspraken. Daar kan ik met mijn boerenverstand niet bij.

Wederom speelt de sector bij monde van haar belangenbehartigers ZLTO en CDA de vertrouwenskaart: “Verscherp niet de regels, maar heb geduld: wij zorgen wel dat het goed komt!” Maar wanneer komt het goed? De mestfraudezaak heeft duidelijk gemaakt dat meer dan de helft van de ondernemers fraudeert, ten koste van milieu, natuur en volksgezondheid. Hoe lang houden de goede appels, zoals biologische en grondgebonden boeren, het nog vol in de steeds verder rottende mand? Tegen frauderende collega’s is niet op te concurreren.

Afgelopen vrijdag 10 november werd in het holst van de nacht een motie van de VVD aangenomen om de plaatsing van een omstreden mestfabriek in Oss door te drukken. De motie kwam als een donderslag bij heldere hemel en werd zodoende zonder veel weerstand aangenomen. Terwijl lokale burgers en politiek proberen om Europa's grootste mestfabriek naast hun woonwijk tegen te houden, lijken coalitiepartijen SP, D66 en PvdA nog steeds te zijn geïndoctrineerd door ZLTO met de gedachte dat verdere industrialisatie van de veehouderij de oplossing is.

De Partij voor de Dieren is voorstander van een forse krimp van de veestapel, gepaard met strenge, duidelijke regelgeving en toezicht daarop. De terughoudende opstelling van de overheden heeft in de afgelopen decennia de situatie alleen maar verergerd. Bijna geen enkele partij in Brabant durft echt weerstand te bieden aan de macht van het grote geld, de macht van de vee-industrie. Keer op keer valt de industrie door de mand en keer op keer word een beroep gedaan op het zelfreinigend vermogen van deze rotte sector.

Ik begrijp niet dat een meerderheid van de Brabantse politiek blind blijft vertrouwen op deze industrie. Je vraagt je toch af wanneer de kentering komt. Tot de komende Provinciale Staten-verkiezingen hiertoe de kans bieden, kunnen we wel zelf stoppen met het in stand houden van de vee-industrie. Laat het vlees en de zuivel links liggen en kies voor de vele plantaardige alternatieven. Onze mes en vork zijn op dit moment ons enige wapen tegen de macht van de vee-industrie.


Marco van der Wel

Gerelateerd nieuws

Nijnsel onleefbaar door concentratie aan megastallen

De Noord-Brabantse fractie van de Partij voor de Dieren vraagt vandaag aan het college van Gedeputeerde Staten om haar verant...

Lees verder

Schade door ganzen laag: doden niet meer nodig!

Het is niet meer nodig om ganzen in Brabant te doden. Dat concludeert de Partij voor de Dieren op basis van recente schadecij...

Lees verder