Waar­schuwing aan mest­fa­briek Sterksel is ook een waar­schuwing aan de provincie

Na een reeks van voorvallen en overtredingen heeft de provincie een handhavingsprocedure in gang gezet tegen de mestvergister Chijnsgoed Parkmanagement B.V. in Sterksel. De Partij voor de Dieren heeft de brief aan het bedrijf in mogen zien, en stelt daarover schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten (GS). Statenlid Anne-Miep Vlasveld wil weten wat het effect van deze waarschuwingsbrief heeft voor de mestfabriek in Sterksel, maar ook voor de andere mestverwerkers in Brabant. Vlasveld: “Het bedrijf in Sterksel is niet het enige bedrijf waar het rommelt met de bedrijfsvoering, op veel locaties in Brabant is er overlast. De provincie wil inzetten op grootschalige mestverwerking, maar er zitten zo veel haken en ogen aan mestfabrieken dat ik me afvraag of dit wel een goede koers voor Brabant is.”

Uit de brief blijkt dat het bedrijf Chijnsgoed Parkmanagement B.V. een aantal zaken niet op orde heeft. Zo is recent een grote mestzak gescheurd waardoor mest over het terrein is gelopen. Over dat laatste voorval stelde de Partij voor de Dieren fractie al eerder vragen. “Mestverwerking is gewoon te risicovol en de installaties zijn te experimenteel. Wat ons betreft is deze brief dan ook het begin van het einde van de mestfabriek in Sterksel. Als de provincie zichzelf, haar natuur en haar inwoners serieus neemt, stoppen ze ermee en gaat de 120 miljoen euro subsidie of wat er van over is terug naar de Staat”, meent Anne-Miep Vlasveld.

Provincie Noord-Brabant is op dit moment bezig met de uitwerking van een Plan-MER Mest waar ze meer dan 100 locaties in Brabant op het oog heeft om op grote schaal mest te verwerken. Vlasveld: “Wij zijn het daar uiteraard niet mee eens, want de installaties helpen het mestprobleem niet oplossen, kunnen zonder subsidies niet draaien en zorgen voor nieuwe problemen zoals extra stikstofuitstoot en stankoverlast. We maken zo van heel Brabant een grote mestfabriek. Als je het mestoverschot wil verminderen moet je simpelweg minder dieren houden. Punt.”