Jacht woonwijk en natuur­gebied Haagse Beemden


Indiendatum: mei 2012

Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake jacht bij woonwijk en natuurgebied Haagse Beemden Breda

Geacht college,

In de Bredase wijk Haagse Beemden is enkele jaren geleden een wijkuitbreiding gerealiseerd (Asterdse Sluis). Als compensatie is vorig jaar in opdracht van de provincie voor € 1,8 miljoen een natuurgebied naast de wijk ontwikkeld. Het is ingericht met natuurbeheertype vochtig hooiland en haagbeuk- en essenbos.
Tevens zijn er nieuwe waterpartijen aangelegd om het gebied aantrekkelijk te maken voor o.a. watervogels. Oorspronkelijk zou het natuurgebied nog verder doorlopen, tot aan de rivier de Mark, echter dit lijkt afgeblazen. De aanleg van deze nieuwe natuur is zeer succesvol gebleken, en er komen in het gebiedje talloze diersoorten voor, waaronder ijsvogel, verschillende soorten roof- en watervogels en reeën.

Een groep verontruste bewoners uit de wijk maakt melding van ernstige overlast door jagers. Op minder dan 100 meter van hun achtertuinen wordt gejaagd op verschillende ganzensoorten, en worden hazen en konijnen geschoten. De jagers schieten vanuit de houtwal en vanuit auto's op dieren die zich in het natuurgebied bevinden. Tevens wordt er frequent gejaagd op dieren die zich in de weilanden aan de andere kant van de houtwal richting de rivier De Mark bevinden. Naast Nederlandse jagers en plaatselijke agrariërs komen er volgens de melding ook Belgen in het gebied jagen.

De bewoners zijn bang om geraakt te worden door hagel en ondervinden flinke geluidsoverlast. Zij zijn verplicht hun kinderen uitleg te geven over het jagen op de dieren en de verrichtingen daaromheen zoals het afvoeren van de dode dieren. Daarnaast heerst er veel onbegrip onder de omwonenden over het aanleggen van een duur natuurgebied bedoeld om een grotere diversiteit aan dieren aan te trekken waarin vervolgens dieren worden bejaagd en verontrust.

Het gebied maakt deel uit van de EHS en is aangewezen als stiltegebied. Het gebied is een schakel in de natuurzone die loopt van het Haagse Beemdenbos naar Etten-Leur. Tevens is er een reeënloop vanuit de Burgst naar het Haagse Beemdenbos. Deze reeën worden door omwonenden vaak gespot in het hooiland en nabij de houtwal op korte afstand van de tuinen.

De bewoners hebben hun zorgen aan de provincie kenbaar gemaakt. Zij heeft de melding doorgespeeld aan de Fauna Beheer Eenheid (FBE). Volgens onze informatie heeft de FBE in eerste instantie geen antwoord gegeven, waarop de bewoners een klacht hebben ingediend direct bij Dhr. Koffeman van de FBE. Deze klacht werd afgedaan met beoordelingen zoals 'op emotie gebaseerd' en 'agrariërs hebben deze gronden hard nodig om hun inkomen te kunnen genereren.'

Wij willen u graag de volgende vragen stellen.

1. Bent u bereid om te onderzoeken waarom, wanneer en door wie er in dit gebied dieren gedood worden? Op welke wijze is er sprake van 'beheer en schadebestrijding'? Zo ja, kunt u ons en de betroffen burgers uw bevindingen overleggen? Zo nee, waarom bent u hiertoe niet bereid?
2. Is er in het gebied sprake van landbouwgronden met kwetsbare gewassen? Hoe verhoudt dit zich tot de natuurbestemming die op het gebied rust?
3. Is jacht in een stiltegebied volgens u verenigbaar met de doelstellingen van dat gebied?
4. Is het geoorloofd om op dergelijke korte afstanden van woningen en tuinen te jagen, te meer daar de bewoners zich daardoor bedreigd voelen?
5. Hoe beoordeelt u een investering van € 1,8 miljoen in natuurwaarden enerzijds en een verstoring van die natuurwaarden door frequent bezoek door jagers anderzijds?
6. Kunt u aangeven waarom het natuurgebied niet meer verder ontwikkeld wordt tot aan de rivier de Mark?
Maakten deze gronden deel uit van het oorspronkelijke natuurcompensatieplan? Welke bestemming hebben de gronden nu en waar wordt de overige natuurcompensatie uitgevoerd?
7. Hoe beoordeelt u het feit dat de FBE burgers in eerste instantie negeert, en vervolgens wegzet als 'emotioneel'?
Wordt de FBE niet geacht ook de zorgen van niet-agrariërs serieus te nemen?
8. Getuigt het volgens u van behoorlijk overheidsbeleid dat de bewoners een stiltegebied en natuurgebied beloofd is, maar de praktijk meer weg heeft van een slagveld?

Met vriendelijke groet,
ir. Marco van der Wel

Indiendatum: mei 2012
Antwoorddatum: 3 mei 2012

Beantwoording van schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende vragen van ir. M. van der Wel van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake jacht bij woonwijk en natuurgebied Haagse Beemden Breda.

Geachte heer Van der Wel,

Bij brief van 4 mei 2012, ingekomen op 4 mei 2012, heeft u namens de PvdD fractie op grond van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten schriftelijke vragen gesteld.


Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1. Bent u bereid om te onderzoeken waarom, wanneer en door wie er in dit gebied dieren gedood worden? Op welke wijze is er sprake van ’beheer en schadebestrijding? Zo ja, kun u ons en de betroffen burgers uw bevindingen overleggen? Zo nee, waarom bent u hiertoe niet bereid?

2. Is er in het gebied sprake van landbouwgronden met kwetsbare gewassen? Hoe verhoudt dit zich tot de natuurbestemming die op het gebied rust?
Antwoord: Ja. In het gebied waar u in eerste instantie op doelt en dat is aangelegd door de gemeente als compensatie voor de uitbreiding van de wijk Haagse Beemden vindt geen jacht of schadebestrijding plaats. In het aangrenzende grotere gebied ‚De Vierde Bergboezem‛, aangelegd ter compensatie van de aanleg van de HSL Zuid, en waaraan de provincie heeft bijgedragen, liggen wél landbouwgronden. De uitbreiding van de woonwijk grenst aan landbouwgronden. Er zijn beheersovereenkomsten afgesloten met de boeren in dat gebied vanwege de aanwezige natuur en landschapswaarde. Op deze landbouwgronden vindt schadebestrijding plaats. Dit gebeurt om schade
door ganzen aan met name graslanden te voorkomen. Ook Staatsbosbeheer doet aan schadebestrijding. Zo beheren zij de reeënpopulatie ten behoeve van de verkeersveiligheid. Ook doen zij in eigen beheer aan bestrijding van schade veroorzaakt door ganzen, met als reden de vermesting van natuurgebieden en bevuiling van de aangrenzende recreatieplas tegen te gaan. Daarnaast kan het zijn dat, daar waar de grondeigenaar zijn jachtrecht heeft verhuurd, er ook gejaagd wordt. Dit is vaak het geval op de landbouwgronden en niet bij Staatsbosbeheer.
Wij gaan er vanuit u en de betreffende burgers hiermee voldoende te hebbengeïnformeerd.


3. Is jacht in een stiltegebied volgens u verenigbaar met de doelstellingen van dat gebied?
Antwoord: Ja. Bij de beperkingen in een stiltegebied is jacht in de regel uitgezonderd, als onderdeel van het beheer van een gebied in brede zin. Overigens is dit gebied in de provinciale milieuverordening niet aangewezen als stiltegebied.


4. Is het geoorloofd om op dergelijke korte afstanden van woningen en tuinen te jagen, te meer daar de bewoners zich daardoor bedreigd voelen?
Antwoord: Ja. Volgens de Flora- en faunwet is het echter verboden geweren te gebruiken in de bebouwde kom en op terreinen onmiddellijk grenzend aan de bebouwde kom.


5. Hoe beoordeelt u een investering van € 1,8 miljoen in natuurwaarden enerzijds en een verstoring van die natuurwaarden door frequent bezoek door jagers anderzijds?
Antwoord: De jacht kan in zijn algemeenheid deel uitmaken van het beheer van een natuurgebied.


6. Kunt u aangeven waarom het natuurgebied niet meer verder ontwikkeld wordt tot aan de rivier de Mark?
Maakten deze gronden deel uit van het oorspronkelijke natuurcompensatieplan? Welke bestemming hebben de gronden nu en waar wordt de overige natuurcompensatie uitgevoerd?.
Antwoord: De intentie is nog steeds om het gebied ‚De Vierde Bergboezem‛ tot aan de rivier de Mark door te ontwikkelen. De eerste twee fasen hiervoor zijn afgerond. Voor de derde fase is op dit moment subsidie aangevraagd. De bestemming is ‘natuur’ in combinatie met ‘agrarisch met landschapswaarden’. Er is daarom geen noodzaak tot overige natuurcompensatie.


7. Hoe beoordeelt u het feit dat de FBE burgers in eerste instantie negeert, en vervolgens wegzet als ’emotioneel’? Wordt de FBE niet geacht ook de zorgen van niet-agrariërs serieus te nemen?
Antwoord: Wij vinden dat alle burgers serieus genomen moeten worden. Overigens is de provincie niet verantwoordelijk voor de communicatie van de Faunabeheereenheid.

8. Getuigt het volgens u van behoorlijk overheidsbeleid dat de bewoners een stiltegebied en natuurgebied beloofd is, maar de praktijk meer weg heeft van een slagveld?
Antwoord: Wij zijn niet op de hoogte van deze beloftes van de gemeente Breda aan bewoners. In het gebied dat ter compensatie van de bouw van de woonwijk is aangelegd door de gemeente, wordt niet gejaagd. De wijk is echter aangelegd tegen een agrarisch gebied aan. Schade mag daar, mits niet op percelen direct grenzend aan de bebouwde kom, bestreden worden. Het buitengebied herbergt hier een plek met meerdere soorten gebruikers.


Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Voorzitter, Secretaris

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Vragen over het door de provincie subsidiëren van proeven met oliefilms op varkens

Lees verder

Ontwikkelingen rond mestvergister Cleanergy te Wanroij

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer