Voortgang vergun­ning­ver­lening uitbreiding vlees­var­kens­hou­derij Lavi B.V. Dorst


Indiendatum: mrt. 2013

Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren Statenfractie Noord-Brabant aan het college van Gedeputeerde Staten betreffende de voortgang in de vergunningverlening voor uitbreiding van vleesvarkenshouderij Lavi B.V. aan de Steenovenseweg 28 te Dorst.


Geacht college,

Vleesvarkenshouderij Lavi B.V. gevestigd te Dorst is voornemens om een huidige stal te vervangen door een nieuwe stal en tevens uit te breiden naar 4.695 varkens. Lavi B.V. heeft daarvoor een vergunning aangevraagd. Dit wordt door de Oosterhoutse gemeenteraad en door omwonenden als problematisch gezien.[1] Er wordt door omwonenden stankoverlast ondervonden. Zij maken zich zorgen over hun woongenot, gezondheid en verergering van de reeds bestaande klachten.[2]

Een onderdeel van de beslissing voor de vergunningaanvraag is de instandhoudingtoets wat betreft natuurbescherming. Uit de Milieu Effect Rapportage (MER) blijkt niet dat er onderzocht is of er door de uitbreiding significante schade ontstaat aan de beschermde Natura 2000-gebieden. Deze toets heeft de grondslag in de Natuurbeschermingswet 1998 en moet plaatsvinden voordat kan worden beslist op de vergunningaanvraag.

De toetsing tijdens de beslissing op de vergunningaanvraag aan de Natuurbeschermingswet 1998 geschiedt door het college van Gedeputeerde Staten. Mocht een bedrijf niet goed uit deze toets komt, is er een vangnet: de verklaring van geen bedenkingen. Wij maken ons zorgen over de zogenoemde verklaring van geen bedenkingen. Er kan, als er sprake is van significante gevolgen voor de Natura 2000-gebieden door de uitbreiding van een inrichting, onder omstandigheden een verklaring van geen bedenkingen worden gegeven op grond van artikel 47b Nb-wet. Op die manier kan de uitbreiding toch vergund worden, ondanks dat er significante schade is aan Natura 2000-gebieden. Dat roept bij ons de volgende vragen op:

1. Onder welke voorwaarden gaat u in dit geval over tot de afgifte van een verklaring van geen bedenkingen? Deelt u onze zorgen?

2. Bent u het met ons eens dat er met de afgifte van een verklaring van geen bedenkingen, aan de Europese instandhoudingdoelstellingen wat betreft natuur wordt voorbij gegaan? Zo ja, gaat u op die grond de afgifte van de verklaring van geen bedenkingen heroverwegen? Zo nee, waarom niet?

Bij beantwoording van een schriftelijke vraag van de fractie Gemeentebelangen antwoordde het college van Burgemeester en Wethouders dat de ontwerpvergunning en de MER ter inzage komen zodra de verklaring van geen bedenkingen is afgegeven door de provincie.[3]

3. Waarom gaat het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oosterhout er van uit dat er een verklaring van geen bedenkingen zal worden afgegeven? Heeft u namens de provincie al een beslissing genomen?

4. Is er al een geheel afgeronde MER betreffende de uitbreiding van Lavi B.V.? Zo ja, waar kan die worden ingezien? Zo nee, wanneer verwacht u de afgeronde MER betreffende de uitbreiding?

5. Waar baseert u de verklaring van geen bedenkingen op, als er geen geheel afgeronde MER tot uw beschikking zal zijn ten tijde van de totstandkoming van de verklaring van geen bedenkingen?

In het toetsingsadvies van de MER van 9 augustus 2011, constateert de Commissie MER tijdens de beoordeling van de vergunningaanvraag voor de nieuwbouw/uitbreiding van Lavi B.V. dat er niet voldoende gegevens zijn aangeleverd om tot een passende beoordeling te komen. In datzelfde toetsingsadvies stond dat ten aanzien van het flora- en faunaonderzoek, dat deel uitmaakt van de MER, wordt geconstateerd dat alleen op basis van de algemene gegevens van het Natuurloket de conclusie wordt getrokken dat er geen gevolgen zijn voor de soorten genoemd in de Flora- en Faunawet. Aangezien hier een volledig bedrijf wordt gesloopt en er bomen worden gekapt, zijn de algemene gegevens van het Natuurloket onvoldoende om bovengenoemde conclusie te trekken. Mogelijk worden namelijk broed-, rust-, foerageergebieden en trekroutes vernietigd of verstoord.

6. Wordt er een nieuw flora- en faunaonderzoek ingesteld naar aanleiding van bovenstaande conclusie van de Commissie MER? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

In de passende beoordeling van de nieuwbouw/uitbreiding van Lavi B.V., uit de MER van 7 augustus 2012, worden effecten vergeleken op basis van gereduceerd stikstof (NHx) in plaats van totaal stikstof (Ntotaal). Hierdoor zijn de effecten van het voornemen onderschat. Ook is bij de effecten op Natura-2000 gebieden gekeken naar het dichtstbij gelegen punt van het gebied en niet naar de ligging van kwetsbare habitats in het gebied. Hierdoor is bijvoorbeeld het effect op het habitattype “Vochtige duinvalleien”, waarvoor de achtergrondconcentratie al groter is dan de kritische depositiewaarde, niet correct bepaald. Er is derhalve nu geen zekerheid over de effecten van de uitbreiding op stikstofgevoelige natuurgebieden.

7. Vindt u dat er een nieuwe passende beoordeling gemaakt moet worden voor de effecten van de nieuwe stal? Zo ja, wanneer verwacht u de uitwerking hiervan? Zo nee, waarom niet?

In een verwevinggebied is uitbreiding van een veehouderijbedrijf toegestaan. Er wordt echter al jaren geklaagd over stank door omwonenden en zij maken zich zorgen over hun gezondheid. De meerderheid van de gemeenteraad in Oosterhout is tegen de nieuwbouw/uitbreiding van Lavi B.V. aan de Steenovenseweg omdat 'dergelijke megastallen niet thuishoren in dit plattelandsgebied'. Zij heeft zich daar middels een aangenomen motie op 26 april 2013 over uitgesproken en vraagt of er gebruik kan worden gemaakt van een ruimte voor ruimte regeling.

8. Bent u bereid om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor een grondgebonden veehouderij in plaats van een intensieve veehouderij, passend bij het landschapspark? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

9. Bent u bereid de gemeenteraad tegemoet komen met een alternatief volgens de op 22 maart 2012 aangenomen provinciale motie ‘Ruimte voor ruimte bij knelpunten regeling’? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

10. Bent u bereid de gemeenteraad hierin tegemoet te komen en dit te financieren uit de € 9,6 miljoen die beschikbaar is voor knelpunten in het landelijk gebied?

11. In de gebiedsvisie van de gemeente Oosterhout (pag 12) staat het door Lavi B.V. te bebouwen perceel aangeduid als ‘te behouden landschap’.[4] Bent u het met ons eens dat het uitbreiden van de huidige stallen niet kan worden geclassificeerd als ‘behouden’? Zo ja, welke wijze kunt u de gemeente ondersteunen om de situatie terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

12. In de gebiedsvisie van de gemeente Oosterhout (pag 42) staat het door Lavi B.V. te bebouwen perceel aangeduid als ‘inrichting agrarische productie

(grondgebonden teelt)’. Bent u het met ons eens dat een stal met 4.695 varkens niet kan worden geclassificeerd als ‘grondgebonden teelt’? Zo ja, op welke wijze kunt u de gemeente ondersteunen om de beoogde situatie te laten corresponderen bij de gebiedsvisie van de gemeente Oosterhout? Zo nee, waarom niet?

Graag verneem ik uw reactie.

Met vriendelijke groet,

ir. Marco van der Wel

Partij voor de Dieren

[1] http://www.bndestem.nl/regio/o...

[2] http://www.bndestem.nl/regio/o...

[3] http://ris.oosterhout.nl/syste...

[4] http://www.oosterhout.nl/filea...

Indiendatum: mrt. 2013
Antwoorddatum: 23 apr. 2013

Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende vragen van De heer ir. M. van der Wel van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake de voortgang in de vergunningverlening voor uitbreiding van vleesvarkenshouderij Lavi B.V. aan de Steenovenseweg 28 te Dorst.

Geachte heer Van der Wel,

Bij brief van 28 maart 2013, ingekomen op 28 maart 2013, heeft u namens de PvdD fractie op grond van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten schriftelijke vragen gesteld. Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1.Onder welke voorwaarden gaat u in dit geval over tot de afgifte van een verklaring van geen bedenkingen? Deelt u onze zorgen?

Antwoord:. De toetsing in het kader van een vergunningaanvraag verschilt niet van de toetsing in het kader van een verklaring van geen bedenkingen. Wijgeven een verklaring van geen bedenkingen alleen af als significante verslechtering van de Natura 2000-gebieden is uitgesloten. Wij delen uw zorgen daarom niet.

2.Bent u het met ons eens dat er met de afgifte van een verklaring van geen bedenkingen, aan de Europese instandhoudingdoelstellingen wat betreft natuur wordt voorbij gegaan? Zo ja, gaat u op die grond de afgifte van de verklaring van geen bedenkingen heroverwegen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Wij zijn het niet met u eens dat met de afgifte van een verklaring van geen bedenkingen voorbij wordt gegaan aan de bescherming van de Natura 2000-gebieden. Zie het antwoord op vraag 1. Van heroverweging is daarom geen sprake.

3.Waarom gaat het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oosterhout er van uit dat er een verklaring van geen bedenkingen zal worden afgegeven? Heeft u namens de provincie al een beslissing genomen?

Antwoord: De uitbreiding van de veehouderij aan de Steenovenseweg 28 leidt door de inzet van combi-wassers tot een aanzienlijke daling van de uitstoot van ammoniak ten opzichte van de huidige situatie. De uitstoot daalt van 10.516 naar 3.655 kg ammoniak per jaar.

Om die reden is op 27 februari 2013 een (ontwerp-)verklaring van geen bedenkingen afgegeven voor de ontwerpbeschikking voor de omgevingsvergunning door de gemeente.

4.Is er al een geheel afgeronde MER betreffende de uitbreiding van Lavi B.V.? Zo ja, waar kan die worden ingezien? Zo nee, wanneer verwacht u de afgeronde MER betreffende de uitbreiding?

Antwoord: Uit informatie van de gemeente Oosterhout blijkt dat de MER al gereed is en dat deze tegelijk met de omgevingsvergunning ter inzage zal worden gelegd. Wanneer dat is kan de gemeente nog niet met zekerheid zeggen omdat het college van B&W over de ontwerp-beschikking nog een besluit moeten nemen. Zodra een besluit is genomen gaan het ontwerpbesluit voor de omgevingsvergunning met de MER en de ontwerp verklaring van geen bedenkingen ter inzage.

5. Waar baseert u de verklaring van geen bedenkingen op, als er geen geheel afgeronde MER tot uw beschikking zal zijn ten tijde van de totstandkoming van de verklaring van geen bedenkingen?

Antwoord: Uit de vergunningaanvraag blijkt dat de uitstoot van ammoniak sterk daalt (zie het antwoord op vraag 3). Hierdoor kunnen negatieve gevolgen voor Natura 2000-gebieden worden uitgesloten en kan de verklaring van geen bedenkingen worden afgegeven.

6.Wordt er een nieuw flora- en faunaonderzoek ingesteld naar aanleiding van bovenstaande conclusie van de Commissie MER? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Dit is ons niet bekend. U doelt hierbij op de toetsing in het kader van artikel 75 van de Flora- en faunawet. De initiatiefnemer is primair verantwoordelijk dat hij niet in strijd handelt met deze wet. De gemeente vraagt in het kader van het verlenen van een omgevingsvergunning een verklaring van geen bedenkingen aan bij Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken. De inhoudelijke beoordeling en dus ook de vraag of een onderzoek volstaat, ligt bij dit ministerie.

7.Vindt u dat er een nieuwe passende beoordeling gemaakt moet worden voor de effecten van de nieuwe stal? Zo ja, wanneer verwacht u de uitwerking hiervan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Een nieuwe passende beoordeling is niet aan de orde. Er is sprake van een forse afname van de uitstoot van ammoniak. Significante verslechtering van alle in het geding zijnde habitattypen vanwege ammoniak kan daarom op voorhand worden uitgesloten. Dit is ongeacht de ligging van de habitattypen.

8.Bent u bereid om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor een grondgebonden veehouderij in plaats van een intensieve veehouderij, passend bij het landschapspark? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, het is aan de gemeente om binnen haar ruimtelijk beleid te bepalen of er een mogelijkheid is voor een grondgebonden veehouderij. Het bestemmingsplan biedt daartoe overigens doorgaans wel de mogelijkheden en ook onze Verordening ruimte verzet zich daar niet tegen.

9.Bent u bereid de gemeenteraad tegemoet komen met een alternatief volgens de op 22 maart 2012 aangenomen provinciale motie ’Ruimte voor ruimte bij knelpunten regeling’? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, de uitwerking van de motie moet nog plaatsvinden. In eennotitie die in juni in de commissie TSP voorligt wordt hier nader op ingegaan.Daarbij wordt invulling gegeven aan het begrip knelpunt en worden oplossingsrichtingen verkend.

10.Bent u bereid de gemeenteraad hierin tegemoet te komen en dit te financieren uit de € 9,6 miljoen die beschikbaar is voor knelpunten in het landelijk gebied?

Antwoord: Deze afweging kan pas worden gemaakt nadat de uitgangspunten daarvoor zijn vastgesteld in de notitie vermeld bij vraag 9.

11.In de gebiedsvisie van de gemeente Oosterhout (pag 12) staat het door Lavi B.V. te bebouwen perceel aangeduid als ’te behouden landschap’. Bent u het met ons eens dat het uitbreiden van de huidige stallen niet kan worden geclassificeerd als ’behouden’? Zo ja, welke wijze kunt u de gemeente ondersteunen om de situatie terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om invulling te geven aan haar eigen gebiedsvisie, bijvoorbeeld door tijdig zorg te dragen voor aanpassing van de bestemmingsplannen. Een gebiedsvisie heeft geen doorwerking naar de gebruikers van het gebied. Wij kunnen de gemeente desgewenst ondersteunen met informatie, voor zover nodig.

12.In de gebiedsvisie van de gemeente Oosterhout (pag 42) staat het door Lavi B.V. te bebouwen perceel aangeduid als ’inrichting agrarische productie (grondgebonden teelt)’. Bent u het met ons eens dat een stal met 4.695 varkens niet kan worden geclassificeerd als ’grondgebonden teelt’? Zo ja, op welke wijze kunt u de gemeente ondersteunen om de beoogde situatie te laten corresponderen bij de gebiedsvisie van de gemeente Oosterhout? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Zie het antwoord op vraag 11.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris,

Interessant voor jou

Vragen bouwplannen in een stiltegebied in Hilvarenbeek

Lees verder

Vragen betreffende uitbreiding mestvergistingsinstallatie BioMoer Roosendaal

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer