Vragen over alter­na­tieven voor de jacht

Indiendatum: jul. 2014
Antwoorddatum: 1 sep. 2014

Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1. Wat is de stand van zaken van het voorstel van alternatieven voor de jacht, zoals omheining, bij het Leenderbos?

Antwoord: De provincie is niet bevoegd voor de jacht, maar voor beheer en schadebestrijding. In dat kader is geen voorstel in voorbereiding voor alternatieven bij het Leenderbos. Vanwege de wilde zwijnenproblematiek is het huidige nulstandbeleid voor wilde zwijnen wel eerder ter discussie gesteld omdat het absoluut handhaven van het nulstandbeleid voor wilde zwijnen tot nu toe niet haalbaar is gebleken.

In dat kader is ten behoeve van de beeldvormingsdag van uw Staten op 31 januari 2013 een notitie opgesteld waarin zowel de voors en tegens van het instellen van leefgebieden voor wilde zwijnen zijn uitgewerkt als de voors en tegens van het handhaven van het huidige nulstandbeleid voor wilde zwijnen. Deze notitie zullen wij actualiseren met de laatste stand van zaken en in het najaar aan de Commissie Ecologie en Ruimte sturen. Mede op basis van deze notitie kan er een richting bepaald worden om te komen tot een eindoplossing voor de wilde zwijnenproblematiek.

Van een omheining van het Leenderbos is geen sprake. Hiervoor verwijzen wij naar de Statenmededeling van 10 december 2013 (docnr. 3504495) over het al dan niet plaatsen van wild zwijn-kerende rasters op de natuurbruggen bij Heeze-Leende.

Conclusie van de notitie was dat op de natuurbrug A2 (Groote Heide) een wild zwijn-kerend raster wordt geplaatst. Hiermee wordt verspreiding van wilde zwijnen via de natuurbrug naar de oostzijde van de A2 voorkomen. Dit is ook geplaatst. De natuurbrug N396 (Leenderbos) wordt niet van een wild zwijnkerend raster voorzien. Wel zijn langs de weg geleidende rasters geplaatst. Aan zijden van de N396 komen nu reeds wilde zwijnen voor. De natuurbrug zorgt voor een veiliger oversteek van de weg door de zwijnen. Bovendien wordt de verkeersveiligheid op de N396 hierdoor aanmerkelijk vergroot.

2. Is deze aanpak ook geschikt voor andere gebieden, zoals De Loonse en Drunense Duinen?

Antwoord: Nee. De omheining van natuurgebieden (EHS) belemmert in zijn algemeenheid de uitwisseling van grotere zoogdieren tussen natuurgebieden en landbouwgebieden en wordt daarom niet wenselijk geacht. De beheerders van dit terrein en andere grote natuurterreinen zijn mede om die reden ook tegen de plaatsing van een raster om hun terreinen.

3. Bent u met ons van mening dat ongelukken door aanrijdingen met in het wild levende dieren niet voorkomen kunnen worden? Zo nee, hoe denkt u dat deze voorkomen kunnen worden?

Antwoord: Ja, ongelukken door aanrijdingen met in het wild levende dieren kunnen niet volledig uitgesloten worden. Risico’s moeten wel zo veel mogelijk beperkt worden. Dit kan door ontsnipperingsmaatregelen (tunnels, natuurbruggen) en verkeersmaatregelen (drempels, waarschuwingsborden, snelheidsremmende maatregelen en beperking in de snelheid op risicovolle plaatsen). Indien er desondanks een aanrijding plaatsvindt, is het van belang om snel en deskundig te kunnen handelen en om deze aanrijding te registreren. Hiertoe hebben wij op 24 juni 2013 op grond van artikel 67 van de Flora- en faunawet een provinciale aanwijzing gegeven. Door registratie worden onverhoopte knelpunten inzichtelijk gemaakt en kan op basis hiervan voorlichting gegeven worden of bijsturing van beleid plaatsvinden.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris