Vragen over de gevolgde proce­dures inzake een jachtstop in Brabant

Indiendatum: jan. 2013
Antwoorddatum: 19 feb. 2013

Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende vragen van ir. Marco van der Wel van de PvdD Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake de gevolgde procedures inzake een jachtstop in Brabant.

Geachte heer Van der Wel,

Bij brief van 28 januari 2013, ingekomen op 28 januari 2013, heeft u namens de PvdD fractie op grond van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten schriftelijke vragen gesteld.
Wij beantwoorden deze vragen als volgt.

1.Kunt u aangeven waarom u op een later tijdstip dan de provincies Noord-Holland en Utrecht bent overgegaan tot een jachtstop? Was de situatie daar anders dan in Brabant? Zo ja, wat was het verschil met Noord-Brabant?

Antwoord: Noord-Brabant volgt de criteria zoals geformuleerd in onze beleidsnota Flora- en faunawet "Gewogen Belangen" uit 2010. Deze komen overeen met de eerder per brief aan u verstrekte criteria die ook staan in het advies van de werkgroep met provinciale deskundigen:

Situatie: Sneeuwbedekking
Criterium: > 90% en langer dan 21 dagen
Sluiting jacht/opschorten ontheffingen voor: Ganzen, roek, kauw, kraai, vos, ree, fazant, haas, konijn

Situatie: Bij bevroren sneeuw of ijzel op sneeuw
Criterium: > 90% en langer dan 7 dagen
Sluiting jacht/opschorten ontheffingen voor: ganzen, roek, kauw, kraai, vos, ree, fazant, haas, konijn

Situatie: ijsbedekking op open water en rivieren, sloten en kanalen
Criterium: > 50% en langer dan 7 dagen
Sluiting jacht/opschorten ontheffingen voor: wilde eend en knobbelzwaan

Het sluiten van de jacht is een provinciale bevoegdheid. Wij hebben met provincies onderling een gezamenlijk advies opgesteld en wij hechten er waarde aan dit te volgen. Deze lijn is uitgezet maar nog niet in alle provincies geïmplementeerd. Ook is het zo dat de situatie in het veld in de ene provincie anders is dan in de andere, omdat er bijvoorbeeld meer sneeuw en ijs ligt. Ook binnen Noord-Brabant zelf kan dit verschillen (zie ook antwoord op vraag 4).

2.Op welk tijdstip heeft u voor het eerst, tijdens deze afgelopen periode met strenge vorst, onderzocht of er een jachtverbod moest worden ingeroepen?

Antwoord: Tijdens de door u bedoelde periode hebben wij vanaf 15 januari 2013 de ontwikkelingen gevolgd.

3.Waarom hanteert u een minimum van 21 dagen sneeuwbedekking wat betreft de jachtstop door sneeuwbedekking, terwijl in de Flora- en faunawet staat dat het verboden is te jagen indien ’’de grond met sneeuw wordt bedekt’’? Vindt u dat u daarmee in strijd met de wet handelt? Waarom niet?

Antwoord: De 21 dagen sneeuwbedekking wordt al gehanteerd sinds de jachtwet, de voorloper van de Flora- en faunawet. Het past binnen de kaders van de Flora- en faunawet en is bovendien conform het advies van het Faunafonds.
Wij handelen daarmee conform de wet. De wet verbiedt jagen ’voor de voet’ bij sneeuwbedekking, op wildsoorten met uitzondering van de wilde eend en de houtduif. Andere vormen van jacht zijn wel toegestaan. De provincie heeft de mogelijkheid de sluiting van de jacht te verbijzonderen en de totale jacht te sluiten (zie ook uw vragen van 25 januari 2010, kenmerk 1628474).

4.Waarom is er slechts een gedeeltelijke jachtstop ingesteld voor Noord-Oost Brabant en dan nog alleen voor eenden en knobbelzwanen?

Antwoord: Omdat alleen Noord-Oost Brabant aan het criterium voldeed voor het sluiten van de jacht op de wilde eend en het opschorten van ontheffingen voor knobbelzwanen (zie schema bij antwoord vraag 1). Het beleid geeft ruimte voor maatwerk in de provincie.

5.Op welke wijze wordt een jachtverbod onder jagers kenbaar gemaakt?

Antwoord: Een jachtverbod wordt twee dagen voor publicatie kenbaar gemaakt aan de Faunabeheereenheid. Zij communiceren dit actief met de aangesloten wildbeheereenheden, die de jagers op de hoogte stellen. Daarnaast publiceren wij een persbericht en wordt de informatie geplaatst op de website van de provincie en de Faunabeheereenheid.

6.Krijgt u van de jagers in het veld ook een bevestiging dat zij daadwerkelijk zijn gestopt met jagen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee. Wij communiceren de sluiting van de jacht zorgvuldig.

7.Op welke wijze houdt u zelf bij of en wanneer een jachtverbod zou moeten worden ingesteld?

Antwoord: Wij volgen de weersberichten dagelijks wanneer sprake is van vorst via gegevens van het KNMI en consulteren veldwaarnemingen van onder andere muskusrattenbestrijders. Deze hebben een goede indruk van de veldsituatie ten aanzien van sneeuw en ijs. Ook consulteren wij het Faunafonds, die een wettelijke taak hebben ons te adviseren over ontheffingen.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Voorzitter, Secretaris,