Vragen over het doden van dieren in natuurgebieden binnen intensief agrarisch landschap
Indiendatum: 10 jul. 2020
Geacht college,
De Hilver is een uniek nieuw natuurgebied. Wat decennialang landbouwgebied was, is nu met meer dan 700 hectare het grootste natuurontwikkelingsgebied van het Natuurnetwerk Brabant. Dit heeft bij ons geleid tot de volgende vragen.
1. Wat is de verdeling van de deelgebieden van natuurgebied De Hilver tussen de terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap)?
2. Welke van deze TBO’s staat/staan doden met geweer toe in natuurgebied De Hilver?
3. Voor welke diersoorten geldt deze toestemming en op welke grond (hobbyjacht, schadebestrijding)?
In natuurgebied De Hilver bevindt zich een hazenpopulatie. De hazenstand loopt daar echter drastisch terug. Waar tijdens de voorjaarstellingen in het Moergestels Gement en Moergestels Broek door de Vogelwerkgroep Midden-Brabant in 2015 nog 52 hazen werden geteld, waren er dat tijdens de voorjaarstelling van 2019, nog maar 12. Onderstaande vragen worden gesteld in algemene zin, dus niet alleen in het licht van De Hilver. Hopelijk kunt u de vragen ook in algemene zin beantwoorden.
4. Wat is volgens u morele en de ecologische zin van het inrichten van nieuwe natuurgebieden waardoor daar op natuurlijke wijze dierenpopulaties ontstaan, en het vervolgens doden van deze dieren vanwege ‘de belangen van de buren’ zoals Natuurmonumenten stelt?
5. Is dit van toepassing op meer (nieuwe) natuurgebieden in Noord-Brabant? Zo ja, welke?
6. Bent u met ons van mening dat wanneer een specifieke diersoort door hobbyjacht of schadebestrijding uit een gebied wordt verwijderd of ten minste sterk in aantal wordt teruggebracht, dit zijn weerslag heeft op het gehele ecosysteem? Bijvoorbeeld het bejagen van vossen waardoor deze geen ganzen kunnen jagen? Zo nee, waarom niet?
7. Bent u bereid om de toestemmingverlening voor het doden van dieren met het geweer in natuurgebieden zo spoedig als mogelijk te herzien, en zo een meer natuurlijk evenwicht tussen soorten te creëren, en natuurlijke predatie als vorm van beheer en schadebestrijding meer kans te geven? Zo nee, waarom niet?
8. Bent u met ons van mening dat hobbyjacht in een natuurgebied in zijn geheel moet worden verboden, omdat het uitoefenen van een hobby geen voorrang mag hebben op het bieden van een van nature evenwichtig leefgebied voor dieren? Zo nee waarom niet?
Wij vernemen graag uw reactie en danken u bij voorbaat voor de beantwoording.
Met vriendelijke groet,
Marco van der Wel
Partij voor de Dieren Noord-Brabant
Indiendatum:
10 jul. 2020
Antwoorddatum: 18 aug. 2020
Wij beantwoorden deze vragen als volgt.
1. Wat is de verdeling van de deelgebieden van natuurgebied De Hilver tussen de terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap)?
Antwoord:
Op kaart hieronder wordt weergegeven welke delen van het natuurgebied in bezit zijn van welke TBO.
2. Welke van deze TBO’s staat/staan doden met geweer toe in natuurgebied De Hilver?
Antwoord:
Verhuur van jachtrechten is voorbehouden aan de grondeigenaar. Schadebestrijding en populatiebeheer wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen grondgebruiker en schadebestrijder. Beide contracten zijn van privaatrechtelijke aard en derhalve niet inzichtelijk voor de provincie.
3. Voor welke diersoorten geldt deze toestemming en op welke grond (hobbyjacht, schadebestrijding)?
Antwoord: Dit is opgenomen in de privaatrechtelijke overeenkomsten (zie antwoord op vraag 2). Als de jachtrechten zijn verhuurd, gaat het om de vijf wettelijk toegestane soorten haas, konijn, fazant, houtduif en wilde eend. Voor schadebestrijding gaat het om de zes landelijk vrijgestelde soorten als Canadese gans, houtduif, kauw, vos, zwarte kraai en het konijn of om soorten waarvoor vanuit provincie vrijstelling of ontheffing of opdracht is verleend.
In natuurgebied De Hilver bevindt zich een hazenpopulatie. De hazenstand loopt daar echter drastisch terug. Waar tijdens de voorjaarstellingen in het Moergestels Gement en Moergestels Broek door de Vogelwerkgroep Midden-Brabant in 2015 nog 52 hazen werden geteld, waren er dat tijdens de voorjaarstelling van 2019, nog maar 12. Onderstaande vragen worden gesteld in algemene zin, dus niet alleen in het licht van De Hilver. Hopelijk kunt u de vragen ook in algemene zin beantwoorden.
4. Wat is volgens u morele en de ecologische zin van het inrichten van nieuwe natuurgebieden waardoor daar op natuurlijke wijze dierenpopulaties ontstaan, en het vervolgens doden van deze dieren vanwege ‘de belangen van de buren’ zoals Natuurmonumenten stelt?
Antwoord:
Bij natuurontwikkeling worden bepaalde natuurdoelen nagestreefd. Het kan zijn dat ook schadeveroorzakende soorten hierin meeliften en dat beheer van de betreffende populatie nodig is om belangrijke schade bij grondeigenaren rondom het natuurgebied te voorkomen of te minimaliseren (zie ook antwoord op vraag 5). Ook kan het zijn dat bepaalde soorten zich er juist minder thuis voelen dan in het voormalige voedselrijke agrarisch landschap.
5. Is dit van toepassing op meer (nieuwe) natuurgebieden in Noord-Brabant? Zo ja, welke?
Antwoord:
De kaders van de uitvoering van beheer en schadebestrijding worden op provinciaal niveau in het faunabeheerplan van de FBE (Faunabeheereenheid) vastgesteld. GS keurt het faunabeheerplan goed. Op lokaal niveau wordt bepaald wat er aan beheer en schadebestrijding noodzakelijk en wenselijk is. Hierin heeft de grondeigenaar of grondgebruiker de regie.
6. Bent u met ons van mening dat wanneer een specifieke diersoort door hobbyjacht of schadebestrijding uit een gebied wordt verwijderd of ten minste sterk in aantal wordt teruggebracht, dit zijn weerslag heeft op het gehele ecosysteem? Bijvoorbeeld het bejagen van vossen waardoor deze geen ganzen kunnen jagen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. In de Wet natuurbescherming worden de regels ten aanzien van ‘jacht’ bepaald. Schadebestrijding en populatiebeheer wordt op lokaal niveau bepaald. Daarbij geldt vanuit de Wet de plicht om als jachthouder (een TBO, of degene aan wie het jachtrecht is verhuurd) ‘een redelijke stand van de in zijn jachtveld aanwezige wild [..] te handhaven, dan wel, bij het ontbreken daarvan, te bereiken [..] en om schade [..] te voorkomen’ (Wet natuurbescherming artikel 3.20, derde lid). In sommige gevallen is het noodzakelijk om het aantal predatoren te beperken, als er sprake is van dreigende schade aan bijvoorbeeld kwetsbare bodembroeders.
7. Bent u bereid om de toestemmingverlening voor het doden van dieren met het geweer in natuurgebieden zo spoedig als mogelijk te herzien, en zo een meer natuurlijk evenwicht tussen soorten te creëren, en natuurlijke predatie als vorm van beheer en schadebestrijding meer kans te geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, ook in natuurgebieden is het soms nodig om in te grijpen voor beheer of schadebestrijding. Bovendien is dit, voor de soorten die landelijk zijn aangewezen voor jacht of vrijgesteld voor schadebestrijding, geen provinciale bevoegdheid, maar voorbehouden aan de grondeigenaar of grondgebruiker.
8. Bent u met ons van mening dat hobbyjacht in een natuurgebied in zijn geheel moet worden verboden, omdat het uitoefenen van een hobby geen voorrang mag hebben op het bieden van een van nature evenwichtig leefgebied voor dieren? Zo nee waarom niet?
Antwoord:
Nee. Zie het antwoord op vraag 7. Wij erkennen de term ‘hobby’ ook niet in de context van jacht, beheer en schadebestrijding. Temeer omdat dit in de natuurgebieden veelal plaatsvindt onder regie van professionele natuurbeherende organisaties.
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
ing. H.J. van Herk,
programmamanager Natuurontwikkeling
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over verstoring torenvalken en steenuilen tijdens het broedseizoen
Lees verderTechnische vragen over de grondopkoop door de provincie van gemeente Bergen op Zoom voor bijna vijf miljoen euro
Lees verder