Ener­gie­agenda 2019-2030


14 december 2018

Voorzitter,
Een beter klimaat, daar profiteert iedereen van.

Zonder urgente aanpassingen en maatregelen lopen we het risico dat de betrouwbaarheid van de voedsel-, energie- en watervoorziening van de wereld gedurende tientallen jaren zal worden verstoord. Dat zei voormalig secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon.

Economische groei kan daarbij niet langer het uitgangspunt zijn. Economische groei is niet de oplossing maar is juist het probleem. Dat kunnen we gevoelsmatig ook zien aan een groot aantal verschillende provinciale programma’s.

Met een stevige provinciale inzet op nog meer logistieke terreinen, zoals Logistiek Park Moerdijk, worden er meer en meer dieselvrachtwagens de weg op geholpen, met meer en meer CO2-uitstoot als gevolg en alle bijkomende negatieve effecten op het klimaat.

Vandaag lees ik in de krant: Brabant moet er tot 2030 nog 600 tot 1300 hectare extra bedrijventerrein bij krijgen. Meer en meer industrieterreinen. De markt vraagt, het college draait. En wat is het klimaateffect? Het college kan het u niet vertellen.

Met de forse provinciale inzet op meer provinciale wegen, zoals de N69, N629 en N279, helpen we als provincie actief meer benzine- en dieselauto’s de weg op, met meer CO2-uitstoot en opnieuw de nodige negatieve effecten op het klimaat.

En wat een toeval, vandaag in de krant; Maarten van Andel, directeur van het opleidingsinstituut Toegepaste Natuurwetenschappen van Fontys Hogescholen, geeft als boodschap: reken niet op windmolens, zonnepanelen en elektrische auto's als het gaat om het redden van het klimaat op aarde. Ze brengen ons niet dichterbij de milieudoelstellingen.

Met het in stand houden van de buitenproportionele hoeveelheid landbouwdieren in Brabant, en het faciliteren van de uitbreiding en groei, vooral bedoeld voor de export, draagt de provincie bij aan een enorme uitstoot van CO2 en draagt het bij aan het klimaatprobleem; bij elkaar zelfs meer dan de bijdrage van alle fossiele auto’s.

We missen een provinciaal beleid gericht op het consuminderen in plaats van consumeren; we missen inzet op minder landbouwdieren, op minder logistiek, op minder wegen, op minder auto’s en op minder vrachtwagens. Simpelweg omdat het huidige beleid van méér niet houdbaaris.

Helaas mist het Brabantse energieprogramma dergelijk verbanden, en nog belangrijker: dergelijk inzichten. Er is bijvoorbeeld geen klimaatparagraaf bij alle provinciale voorstellen. Het college is geen voorstander van een klimaatparagraaf, terwijl klip en klaar is dat voor ons beleid het klimaat onze onverdeelde aandacht zou moeten hebben. (Hiertoe dienen wij een motie in.)

Als Partij voor de Dieren zouden we een heel andere insteek kiezen. Wij zouden ervoor kiezen om vooral bestaande technieken te gebruiken met het hoogste rendement per geïnvesteerde euro. Alleen zo kunnen we stappen zetten die vooral ook betaalbaar zullen zijn. En alleen zo kunnen we zorgen voor voldoende draagvlak.

Niemand wil graag een windmolen in zijn achtertuin voor het opladen van de elektrische auto van zijn buurman. Klimaatrechtvaardigheid is ook samen de lasten dragen en ook begrijpen waar je het voor doet.

Dan zouden wij naast consuminderen vooral inzetten op isoleren van woningen, direct voelbaar voor de burger. En inzetten op het gebruik van zonnepanelen op publieke gebouwen en burgerwoningen. Direct zichtbaar voor de burgers. En zeker geen inzet op zonnepanelen op stallen, bestemd voor een intrinsiek niet klimaatbestendige industrie.

We missen op bovenstaande punten een integrale visie en significantie inzet van het college.

Voorzitter,
voor zover.