Perspec­tiefnota 2017


21 april 2017

De perspectief nota is een enthousiast verhaal over hoe goed het gaat in Brabant. Ja, op het gebied van economie, werkgelegenheid, cultuur en innovatie, maar helaas gaan die ontwikkelingen wel ten koste van de natuur.

Er wordt veel aandacht besteed aan de transitie veehouderij, maar het gaat vooral over emissies, overlast en mestbewerking; in de perspectiefnota komt ‘dierenwelzijn’ niet voor als toetsingscriterium. ‘Diervriendelijkheid’ wordt één maal genoemd als perspectief, op de langere termijn.

Natuurlijk willen wij meer aandacht voor dierenwelzijn in het algemeen, maar daarnaast willen we concreet aandacht vragen voor een sector die tot op heden onderbelicht is gebleven: de konijnenhouderij. Er bestaan voor konijnen geen welzijnsregels en de omstandigheden waarin de dieren worden gehouden zijn veelal erbarmelijk.

De dieren zitten in kale draadgazen kooien en in de afgelopen decennia heeft de sector uit zichzelf geen serieuze verbeteringen laten zien. Vleeskonijnen worden vooral gefokt voor de export. We moeten ons dan ook afvragen of we deze sector nog wel willen in Brabant, wat ons betreft past de konijnenhouderij in het rijtje van pelsdierhouderij.

We vragen het college om te kijken hoe we de bedrijven kunnen overhalen om hun bedrijf te beëindigen en ondertussen uitbreiding en nieuwvesting te verbieden.

Wij dienen daarvoor een motie in.

Bereiken van natuur- en waterdoelen onder druk
De perspectiefnota constateert dat de ambities van het Natuurnetwerk Brabant (NNB) en Natura 2000 moeilijk te realiseren zijn evenals het behalen van de doelen op waterkwaliteit. De oorzaken zijn ook duidelijk: groei van industrie en landbouwsector, uitstoot van ammoniak door veehouderijen, vermindering van de vitaliteit van de bodem door agrarisch gebruik.

De biodiversiteit in de Brabantse natuurgebieden is sinds 1990 met 10 tot 20% afgenomen, de kwaliteit van de heideterreinen daalde zelfs met bijna 40%.

Bijen
Het vertaalt zich ook naar de kritische toestand van de bijen.
Het programma ‘Bijenimpuls voor Brabant’ is succesvol gebleken. Veel gemeenten zijn bezig met ecologisch wegbermbeheer. Het grootste deel van de beschikbare subsidiemiddelen wordt besteed aan uitvoeringsprojecten ter bevordering van het leefgebied van wilde bijen.

Naar verwachting is het beschikbare budget aan het eind van dit jaar uitgeput, maar het is van groot belang om het project voor de komende jaren te continueren en de middelen hiervoor beschikbaar te stellen.

Er is echter nog geen informatie beschikbaar over de toename van het leefgebied voor bijen in Brabant. Wij vragen aan GS om concrete prestatie-indicatoren te formuleren. Graag een reactie.

Natuur
Als het gaat om natuur blijkt dat zowel verwerving als inrichting van gebieden sterk achterblijven bij de doelstellingen. Ook de aanleg van EVZ’s gaat niet snel genoeg. Hiervoor is meer geld en een hoger tempo op korte termijn noodzakelijk. Voor versnelling van de realisatie van het NNB kan eventueel extra geld uit het begrotingsoverschot worden ingezet. Loffelijk!

Maar als blijkt dat met al het geld dat we nu al beschikbaar hebben de doelen niet worden gehaald, is het dan een kwestie van te weinig geld of van verkeerd beleid?

Daarnaast blijkt dat ook het GOB in de afgelopen 2 jaar vooral bezig is geweest met “voorwaardenscheppende activiteiten”. Er is te weinig gerealiseerd.

Dit leidt bij ons tot het verzoek om GS vaker en nauwkeuriger te informeren over de bereikte resultaten en de totale bijbehorende kosten. We dienen de motie in: wat en waar voor ons geld.

Wij willen weten of de provincie voldoende gebruik maakt van koopjes en kansen die zich voordoen en we vragen wederom aandacht voor tijdelijke natuur. De heer Van Merrienboer heeft gezegd te kijken of tijdelijke natuur mogelijk is op braakliggende terreinen die bedoeld zijn voor industrie. We vragen de gedeputeerde om hier een update van te geven.

Ook de zorg voor individuele diersoorten is voor ons van belang.
We hebben vorig jaar uitgebreid gesproken over het nieuwe ganzenbeleid. Er zijn overlegsessies geweest met ZLTO, jagers en boeren. Ons is daaruit duidelijk geworden dat er onder de jagers weinig animo is voor het afschieten van ruim 30.000 ganzen.
Ik kan ze geen ongelijk geven, nog los van het feit dat het dweilen met de kraan open zou betekenen. Maar we hebben ook niets meer gehoord over alternatieve maatregelen. Kunt u ons daarover al iets meer vertellen?

Eerder vroegen wij u ook om iets te doen aan de ontheffingen op voorhand voor de Roek. De populatie van deze kolonievogel gaat in heel Nederland significant achteruit, maar in Brabant is de afname nog erger. SOVON heeft een uitgebreid onderzoek gepubliceerd, waaruit een achteruitgang van 26% ofwel ongeveer duizend paar in twee jaar blijkt. Onder deze omstandigheden is het niet verantwoord dat deze soort nog opzettelijk verstoord en/of afgeschoten wordt. Het rapport van Berenschot wees hier al op. Is er al zicht op een aangepast beleid?

In het kader van het klimaatbeleid, wil GS inzetten op versnelling van de energietransitie. Wij steunen het idee van duurzame energieopwekking, maar we hebben wel kritische vragen bij de uitwerking:

Bij het plaatsen van windmolens moet er meer aandacht zijn voor de impact op dieren en landschap. Niet elke locatie is acceptabel. Zeker de zeer hoge windmolens die momenteel worden geplaatst horen niet in de groenblauwe mantel of dichtbij natuurgebieden.

Er wordt binnenkort gestart met de eerste boring ten behoeve van geothermie. Is er al voldoende informatie over mogelijke risico’s voor het grondwater? Vewin onderkent in haar rapport (november 2016) veel risico’s die overeenkomen met de nadelen van schaliegaswinning.

Het bijstoken van biomassa leidt niet tot vermindering van de CO2-uitstoot. Het gaat immers vaak om houtpellets waarvoor bos wordt gekapt, hier of in Canada of de VS. De hoeveelheid vrijkomende CO2 per energie-eenheid is voor hout hoger dan voor fossiele brandstof. De enige manier om de hoeveelheid CO2 te verminderen is dan ook bos aanplanten en laten groeien. Het aantal ha bos moet groeien, ook in Brabant. Kappen met kappen!

Cultuur
De overheid moet dat steunen wat kwetsbaar is en zichzelf niet kan bedruipen. Als het dan om cultuur gaat, denken wij nu aan dans.

In de brief van de danssector staat eigenlijk alles wat we zouden moeten weten. Deze instellingen verdienen het om steun te krijgen. Zonder steun betekent dit het einde van de danssector zoals we het nu kennen.

Maar de overheden wachten op elkaar. De kernvraag voor ons is: steunen we dit of niet? Het is geen reparatie, het is een samenwerking Het is geen stilstand, maar achteruitgang

Veehouderij
Het is duidelijk dat er beweging zit in de veehouderij. Een transitie zoals dat zo mooi heet. Maar wat is feitelijk het draagvlak voor deze transitie? Ik hoor geen positieve geluiden vanuit natuur en milieuverenigingen. Ik hoor geen positieve geluiden vanuit de organisatoren van Megastallen Nee!. Iedereen die ik spreek stelt dezelfde vraag: wie worden er beter van Megastallen?!

Wij komen tot de conclusie dat het nieuwe beleid een averechts effect heeft het voorkomen van problemen van de intensieve veehouderij.

Er wordt ingezet op een verdere schaalvergroting met grotere stallen en verdere concentratie van het aantal dieren, met een grotere kans op uitbraken van dierziektes tot gevolg.
De veestapel neemt niet af, terwijl het aantal boeren verder daalt. Dat is niet waar wij als Partij voor de Dieren voor staan.

Ondertussen is duidelijk dat ook delen van Brabant waar nu nog geen sprake is van overbelasting, kans maken om overbelast te raken. Het stalderen moet zorgen voor minder dieren in een bepaalde regio, maar het systeem zorgt ondertussen voor een waterbedeffect.
De zeer ruime mogelijkheden voor mestfabrieken leveren meer vervoer van mest op, met alle risico's voor de volksgezondheid en gevolgen voor de leefbaarheid van dien.

Het proces biedt daarnaast geen stimulans voor grondgebonden bedrijven, geen stimulans voor biologische landbouw en geen inzet op plantaardige landbouw. Ook gezondheid wordt niet meegenomen in de verordening, een afstandscriterium van één km tussen stallen en naar bewoning, zoals de GGD bepleitte, blijft uit.

Als klap op de vuurpijl scheelt het niet veel of we mogen er als provincie ook nog voor betalen. Maar eigenlijk niet de provincie, maar de belastingbetaler.

Het voorstel is om de zogenaamde verduurzaming van de veehouderij ook nog te faciliteren met een fonds. Voor wie het nog niet wist, dat geld gaat niet naar familiebedrijven of biologische landbouw, zelfs niet naar grondgebonden bedrijven. Alleen de industriële boer die zijn bedrijf wil laten groeien, kan rekenen op provinciale steun.

Het provinciaal bestuur gelooft in zijn eigen fabels en probeert deze aan ons te verkopen door middel van de nodige greenwashing. Terwijl uit eigen onderzoek van de provincie blijkt dat door het beleid de veehouderij niet aantoonbaar diervriendelijker, gezonder of duurzamer is geworden.

Megastallen Nee. Afspraken gemaakt met meer dan 34.000 Brabanders over de grote van stallen worden nu aan de kant gezet. Schande! We streven nog steeds naar een afname van de veestapel. Daarover dienen wij een motie in.