Bestuurs­ak­koord 2015-2019


22 mei 2015

Voorzitter. We hebben met veel interesse kennisgenomen van het coalitieakkoord en we hebben een groot aantal positieve punten kunnen ontdekken, zoals bij natuur, werkgelegenheid, innovatie en vervoer. Het is duidelijk dat het college problemen onderkent en een aantal stippen op de horizon heeft gezet!

Toch hebben we daarbij een aantal kritische tot zeer kritische noten. Het college spreekt in het akkoord veel over processen, maar we missen duidelijke doelen. Samen doen is wat ons betreft geen product op zich, maar een proces. Samen doen is prima, maar het ontslaat ons als provinciaal bestuur niet van de plicht om belangrijke doelstellingen te halen zoals we ook wettelijk verplicht zijn, zoals het zorgen voor voldoende en gezonde natuur.

Het college spreekt wat ons betreft te makkelijk over bureaucratie. Wij vinden dat negatief klinken. Maken van beleid gaat gepaard met het aangeven van grenzen en het vaststellen van regels. Grenzen en regels zorgen ervoor dat we in een leefbare samenleving kunnen wonen. Waar burgers en bedrijven aanlopen tegen grenzen, is het te makkelijk om de bureaucratie daarvan de schuld te geven. Wij streven naar minder en begrijpelijke regels, maar ook naar duidelijke grenzen die we als provincie controleren én handhaven.

In die zin willen we het begrip duidelijke grenzen graag koppelen aan het begrip economische groei. Het streven naar economische groei is niet de oplossing voor onze economische, maatschappelijke en ecologische problemen, maar juist de oorzaak daarvan. Er is geen rek meer in de veehouderij en er is geen rek meer in het aantasten van onze natuur en ons milieu. We hebben maar één aarde en maar één Brabant!

Met het creëren van een fluïdum door het beleidsmatig loslaten en ruimte bieden zoals het college voor ogen heeft bijvoorbeeld bij ruimtelijke ordening en milieuwetgeving, hebben wij een aantal kritische ervaringen achter de rug. Willekeur ligt op de loer vooral als het gaat om de Omgevingsvisie en de Verordening ruimte. We willen graag een college dat scherp is op de bescherming van onze kwetsbare waarden zoals natuur en onze gezondheid en die niet te grabbel gooit voor economische groei. Brabant werkt vinden we een positief hoofdstuk.

In het kader van het Leisure Investeringsfonds en het plan om het aantal overnachtingen te laten toenemen, willen we graag van met u discussiëren over de vraag of we het hier specifiek hebben over overnachtingen in de dorpen. Dat kan een goede oplossing bieden zolang we de natuur er omheen niet aantasten maar beschermen.

"Brabant innoveert" vinden wij eveneens een positief hoofdstuk. Als we het dan toch hebben over innovatie, willen we het college graag een suggestie aan de hand doen. Op het gebied van de vleesvervangers is om verschillende redenen een wereld te winnen, ze zijn nog steeds in ontwikkeling en het is ook een groeimarkt. Het verbaast ons dat dit niet is opgenomen in het akkoord. Zijn wij als Staten bereid hierin stappen te nemen?

Dan kom ik bij het belangrijke hoofdstuk "Brabant verduurzaamt". We vinden het positief dat een aantal zaken benoemd worden: de problematiek van de intensieve veehouderij en die van het water. De Partij voor de Dieren onderschrijft het voornemen om de verdroging van de Brabantse bodem aan te pakken.

De gang van zaken rondom de urgentiegebieden is wat ons betreft veel te vrijblijvend en staat niet in proportie tot de overbelasting waar veel gemeenten mee kampen. De provincie zou bovendien moeten sturen op het laten afnemen van het aantal dieren. Wij vinden het niet verstandig om in het bestuursakkoord overtuigd de PAS te noemen als een maatregel om emissies te verminderen. De Programmatische Aanpak Stikstof is namelijk een onzeker en dubieus instrument om de veehouderij te laten groeien door op voorhand ontwikkelruimte te geven.

Het akkoord gaat uit van het aanwijzen van een aantal locaties waar grootschalige mestverwerking en vergisting mag plaatsvinden. Wij zijn daar geen voorstander van. Zijn deze grote mestfabrieken nu een tijdelijke of een permanente oplossing? Veel partijen hebben in de vorige periode gesproken over tijdelijk. Wat gaan wij doen? Wij willen de Brabanders er in ieder geval bij betrekken. Daarom dienen wij samen met GroenLinks en Lokaal Brabant een motie in.

Voor de komende bestuursperiode heeft het college de ambitie om van de veehouderij een sector te maken die maatschappelijk geaccepteerd en gewaardeerd wordt, diervriendelijk produceert, past in zijn omgeving. In het verleden was er een programma voor het omschakelen van boeren naar biologische landbouw. Gaan wij op zoek naar een budget om dit opnieuw vorm te geven? "Brabant vervoert" heeft een positieve wending genomen.

Wij vinden het positief dat het Spaar- en infrafonds voor alle mobiliteiten beschikbaar komt! En met het verkennend onderzoek naar de spoorlijn Breda-Utrecht zijn wij ook heel blij. Als partij luisteren we graag naar de regio die bestaande wegen wil verbeteren waarmee we Eindhoven en Helmond op weg helpen. We zien graag meer natuur in het Dommeldal en willen dat de bescherming ervan wordt vergroot.

Het is positief te lezen dat er iets gedaan wordt aan taalvaardigheid, museumbezoek en steun voor Omroep Brabant. We zien echter ook graag een sociaal programma, ruimte voor ondersteuning van voedselbanken en voedseltuinen.

We zijn positief over de extra inzet voor de natuur, over het energieakkoord en energieneutraal wonen, maar er zijn ook punten van aandacht. Bij het versnellen van de ambities op het gebied van de EHS willen wij de vinger aan de pols houden. Hoeveel dragen partners bij? Wat is de meerwaarde voor de natuur? Kortom we willen graag het rendement halfjaarlijks in beeld gebracht zien. Daarvoor dienen wij samen met GroenLinks en 50PLUS een motie in.

Ik sluit af. Wij hebben positieve en negatieve punten in het bestuursakkoord gezien en we blijven ook kritisch. Voorzitter, u bent niet anders van ons gewend.

We wensen het toekomstig college veel succes en wijsheid toe!