Vast­stelling interim Omge­vings­ver­or­dening – regel­wij­ziging 2


27 november 2020

Voorzitter.
Laten we geen tijd verdoen en gelijk tot de kern komen. Deze regelwijziging van de IOV is het zoveelste moment van het decennialange beleid van problemen vooruitschuiven en naïef vertrouwen in technische lapmiddelen.

Uitstel en innovatie
Het voorstel is om de noodzakelijke ingrepen weer verder uit te stellen. Daarnaast steken we tientallen miljoenen euro’s belastinggeld in de ontwikkeling van “innovatieve” stalsystemen. Stel je toch eens voor dat we de waarheid gewoon onder ogen zouden zien; dat de intensieve veehouderij in Brabant onhoudbaar geworden is.

De nadelen die de intensieve veehouderij met zich meebrengt zijn al decennialang bekend, en er wordt al net zo lang tevergeefs geprobeerd ze op te lossen met techniek. De fabrikanten van luchtwassers en mestfabrieken mogen de huidige politiek dankbaar zijn.

De boeren echter niet. Dagelijks gaan boeren failliet doordat ze de ratrace verloren hebben. Zij kunnen niet verder mee in de eindeloze intensivering van de veehouderij; steeds meer dieren per bedrijf, om te kunnen blijven investeren in steeds weer nieuwe “innovatieve” middelen. Het steeds maar opschuiven van de datum, zoals ook vandaar weer gaat gebeuren, houdt dit systeem in stand en geeft de boeren geen toekomstperspectief.

Minder dieren
Hoe innovatief zou het zijn om, voor de verandering, de problematiek eens echt bij de bron aan te pakken? Zorg dat veehouders met minder dieren uit de voeten kunnen. Minder dieren is minder mest, is minder ammoniak, is minder stikstofdepositie. En dat is precies wat we nu moeten bereiken!

Nou is er wat dat betreft een aardige stap gezet met de uitzonderingsregeling voor natuurinclusieve landbouw. Maar we hebben ook te maken met veel veehouders die geen opvolger hebben en over een paar jaar willen stoppen. Vaak hebben zij nog, zoals een vorige gedeputeerde het zo eloquent kon benoemen, “ouwe meuk-stallen”.

Is het mogelijk dat deze ondernemers hun emissie reduceren door simpelweg minder dieren in die oude stallen te huisvesten? Door alleen aan de aantal-knop te draaien kan ten slotte ook de gemiddelde emissie naar het gewenste niveau worden verlaagd, maar dan zonder enorme investeringen waarvoor juist weer méér dieren gehouden en gedood moeten worden. We horen graag van de gedeputeerde of deze ultiem brongerichte aanpak kan worden toegestaan en of hij ertoe bereid is hiervoor ook een uitzondering te maken.

Schrap resterende Ondersteunende maatregelen
Toen in 2017 werd besloten om de deadline naar voren te halen, is het pakket van ‘Ondersteunende maatregelen transitie veehouderij’ opgezet. Met dit verzachtende pakket, à 75 miljoen euro, worden veehouders geholpen met de noodzakelijke versnelling. Vandaag wordt besloten dat de stallen toch minder snel moeten worden aangepast, maar die 75 miljoen euro is wel al bijna op!

Wij vinden dat ongehoord. Door de uitgestelde deadline zou er ook minder ondersteunende subsidie vanuit het pakket nodig moeten zijn. Zeker gezien de teruglopende financiële ruimte van de provincie, en het ons altijd voorgehouden vermogen van de Brabantse veesector om zaken zelf op te lossen. Daarom dienen wij een motie in waarmee we GS om vragen om de ondersteunende maatregelen zoveel mogelijk te ontmantelen.

Stalbranden en verstikking
Tot slot. Iedereen hier is het er over eens dat het verbeteren van dierenwelzijn in Brabant nadrukkelijke en blijvende aandacht behoeft. In de praktijk vinden we onszelf echter permanent in een dilemma tussen economische en politieke keuze enerzijds en dierenwelzijn anderzijds.

Een nóg emissie-armere vloer? Dichte stallen met een benauwd leefklimaat voor de dieren, en met allerlei gevaren op de loer, zoals ziekten, verstikking en brand? Ik zie niet in in hoeverre dit bijdraagt aan een verbeterd dierenwelzijn. Stalbranden zijn geen zeldzaamheid in Brabant en zorgen voor onnoemelijk veel dierenleed. Het leed van honderden dieren die een verstikkingsdood sterven, door falende apparatuur, doet daar niet voor onder.

Wij vragen GS daarom om bij de ontwikkeling van innovatieve stalsystemen alles in het werk te stellen om slachtoffers door verstikking en brand in stallen te voorkomen. We dienen hiertoe een motie in.

Voorzitter.
Ik zei het al aan het begin van mijn bijdrage: Laten we geen tijd verdoen en tot de kern komen: Laten we nu eindelijk inzetten op een drastische krimp van de veehouderij


***


Tweede termijn

Ik hoor de huidige coalitie geen bevredigend antwoord geven op mijn vraag of nu beloofd kan worden dat dit de laatste datumverschuiving is. “We kunnen niet in een glazen bol kijken” is dan ook niet het juiste antwoord. Besturen is toch vooruit kijken? Eén van de redenen waarom we met de veelvuldigheid aan crisissen zitten is omdat dit besturen tegenwoordig maar vier jaar vooruit kijken is in plaats van op de lange termijn.

Over het gesprek wat ik net had met de gedeputeerde aangaande het verminderen van het aantal dieren. De gedeputeerde zegt dat het technisch wel kan, maar lastig is, minder dieren om emissie te drukken. Wij constateren dat er vraag naar is, dat boeren het vrijwillig willen doen, en dat het ons helpt bij reductie. Vandaar dat wij een motie indienen waarbij we de gedeputeerde vragen om uit te zoeken hoe de broodnodige reductie via dit spoor gerealiseerd kan worden.

Ik kijk ook even naar het CDA en CU-SGP. Moeten we dit maatwerk niet mogelijk maken? Of willen we boeren die nog vijf jaar willen boeren dwingen te stoppen of een luchtwasser aan te schaffen? Dit geeft boeren tenslotte meer ondernemersvrijheid. Iets waarvan ik denk dat dit beter bij de VVD past dan strooien met subsidies.

Mogelijk dat deze boeren daarmee zelfs een voorbeeldfunctie hebben voor andere boeren die nog zoeken naar een manier van boeren met minder dieren maar wel met een fatsoenlijke boterham. Door dit toe te staan laat Brabant als provincie als ook onze veehouderijsector haar duurzame innovatiekracht zien.