Nieuw land­bouw­beleid (wijziging Veror­dening ruimte & tweede wijzi­gings­ver­or­dening natuur­be­scherming Noord-Brabant)


7 juli 2017

De Partij voor de Dieren heeft een planeetbrede visie. Daarbij staan niet de korte termijn belangen van de Europese westerse mens en zijn geld centraal, maar het algemeen belang van alle bewoners op deze aarde en de hele planeet.

We hebben het al vaak genoeg gezegd. De voorliggende problemen van de intensieve veehouderij zijn een klassiek voorbeeld van een Tragedy of the commons. Iedere boer wil een zo groot mogelijke veestapel omdat hij daarmee het meest denkt te verdienen.

Echter die groei gaat wel direct ten koste van het algemeen belang. Mens, dier, natuur en feitelijk de hele planeet betalen daarvoor de prijs. Ik kom daar zo dadelijk op terug.

Met de voorliggende voorstellen viert het compromisme opnieuw hoogtij. Een compromis tussen vier partijen, VVD, SP, D66 en PvdA. Handje klap op diezelfde meent.

En wat is er uit dat compromisme gekomen? Een beleid van schaalvergroting enerzijds en stalderen en stikstofmaatregelen anderzijds. Min maal min is plus moet er gedacht zijn. Een compromis zonder structurele oplossing.

Het gevolg is een provincie vol megastallen, mestfabrieken, luchtwassers en zelfs mestpijpleidingen. De Partij voor de Dieren gaat hier niet in mee. Wij houden vast aan onze idealen. Wij zeggen nog steeds: “Megastalen Nee!”, net als ruim 33.000 Brabanders in 2010 zeiden.

De intensieve veehouderij in ons land maakt vele slachtoffers. Elk jaar worden in Nederland ruim 500 miljoen dieren geslacht na een kort en ellendig leven. 5.000 per minuut. Je kunt het niet bevatten, je kunt het misschien voelen.

Wereldvoedselvoorziening
Honger is niet het gevolg van te weinig voedselproductie, maar van een gebrek aan rechtvaardige verdeling. Het voedselvraagstuk waar we nu voor staan gaat vooral over voedselverspilling. Er is genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht. Voor ons huidige consumptiepatroon vol vlees is een equivalent van drie of vier aardbollen nodig.

Wordt er gekozen voor de doodlopende weg van grootschaligheid, intensivering en internationale vrijhandel? Ten koste van miljarden landbouwdieren en via excessief gebruik van landbouwgif en kunstmest?
Of wordt er gekozen voor een landbouwsysteem dat in harmonie is met de omgeving, het milieu, met mens en dier?

Financiële Malaise
We zien het aantal landbouwbedrijven in razend tempo verdwijnen. Elke dag stoppen vijf tot zeven boerenbedrijven door verschillende oorzaken. Boeren moeten steeds vaker onder de kostprijs produceren en gaan gebukt onder hoge schuldenlasten. En tot overmaat van ramp financieren banken als ING en de Rabobank enorme megastallen, in het buitenland maar ook in Nederland.

Het plan Rosenthal is vooral in het leven geroepen om de financiële positie van de banken veilig te stellen. Niet zo zeer om boeren een helpende hand toe te steken. Het is vooral een investering om het systeem in stand te houden. “Follow the Money” werd er door een inspreker terecht gezegd.

De huidige plannen van de provincie doen daar nog een schepje bovenop:
Meer en grotere megastallen, meer mestfabrieken en meer luchtwassers.
En zeker geen, zo is ons meerdere malen stellig meegedeeld door het college, zeker geen krimp van de veestapel.

Terwijl het eten van dierlijke producten een enorme stempel drukt op onder andere de zoetwatervoorraden in de wereld, het zeeleven, de tropische bossen, de klimaatverandering, de honger in de wereld en natuurlijk ook het welzijn van mens én dier. Minder vlees eten is een essentieel onderdeel van het tegengaan van klimaatverandering.

En hier en nu
Met de verordening Ruimte worden uitbreidingen, en zelfs nieuwvestiging op 'maagdelijke gronden', in gemengd landelijk gebied, de groenblauwe mantel én binnen het Natuur Netwerk Brabant mogelijk gemaakt.

We zijn de concentratie van stallen in Landbouw Ontwikkelingsgebieden, de LOG’s, met alle ellende van dien, nog niet te boven gekomen, of we begeven ons in een omgekeerde reconstructie richting de natuurgebieden.

Een reconstructie die onze belastingbetaler 300 miljoen euro heeft gekost wordt opgevolgd door een flankerend beleidfonds van 30 miljoen euro. Dat willen wij niet!

We dienen twee amendementen in.

Het provinciebestuur geeft nog steeds ruimte aan mestfabrieken, zowel op industrieterreinen als in het buitengebied. Ze moeten dan wel potdicht zijn is ons verzekerd. Er is niets wat techniek niet kan oplossen, denkt het college. Of mestfabrieken daadwerkelijk bijdragen aan het 'oplossen' van het mestprobleem dat doet niet ter zake (ze verplaatsen het probleem). Om over de subsidies op mestvergisters (500 miljoen euro in Brabant) nog maar te zwijgen.

Stalderen
Oude stallen slopen om nieuwe stallen te bouwen, waarbij tien procent van het oorspronkelijke vloeroppervlak ingeleverd dient te worden. Dat klinkt ingrijpend, maar het levert hooguit een reductie op van de veestapel van 10 procent over een periode van 30 tot 40 jaar. En dan alleen in de aangewezen gebieden.

Met het zogenaamde 'strenge' beleid van de provincie zit Oost-Brabant over 40 jaar dus nog altijd met een extreem aantal varkens, kippen, en koeien en andere diersoorten.

Terwijl tegelijkertijd de dierproductierechten zich vrijelijk over de markt begeven en elders nieuwe stallen, bijvoorbeeld in de natuur, zullen gaan opvullen. Het college belooft het waterbedeffect te zullen gaan meten.

Een schrale troost aangezien dan de rechten al vergeven zullen zijn. Bij voorbaat al een voorbeeld van too little too late.

Dat kan en dat mag niet gebeuren. Het college kiest voor stalderen, laat andere gebieden dan niet creperen.

We dienen daarom een motie in.

Gezondheid
Eerder waren er al aanwijzingen dat rond bedrijven met koeien, kippen en varkens meer luchtwegklachten voorkomen. De rapporten van RIVM constateren niet alleen problemen, ze kwantificeren die ook. De concentraties leiden daadwerkelijk tot meer luchtweginfecties (12%) en longontstekingen.

Vindt het college dit een aanvaardbaar gezondheidsrisico?

Over Q-koorts is veel gezegd, maar het is en blijft nog steeds actueel. Duizenden mensen zitten met de gebakken peren. Ondertussen groeit de schapen- en geitenpopulatie in Brabant gestaag door. Het college geeft aan dat het zorgelijk is en dat ze het in de gaten gaat houden, maar wat koop je er voor. Ook hier geldt: het is too little too late.

Ook wordt het steeds duidelijker dat de combinatie van ammoniak en fijnstof gevaarlijk is voor de gezondheid. Je hoeft niet eens vlak bij een veehouderij te wonen, zelfs mensen in de Brabantse steden worden hieraan blootgesteld.

En recent is hepatitis E opgedoken met sterke aanwijzingen naar de intensieve varkenshouderij in Oost-Brabant.

De provincie wil de strijd aan gaan tegen deze en toekomstige ziektes met een voor ons nieuw begrip “geen onaanvaardbaar gezondheidsrisico”.
Echter bevestigt het college dat een kwantificering van dat begrip nog niet KAN worden gegeven.
Er wordt wel getoetst en gekeken of grenswaarden niet worden overschreden, maar uiteindelijk worden vergunningen vrijwel altijd verleend.

Nou, dat is echt geruststellend. Colijn zei: “De regering waakt, gaat u maar rustig slapen”. En pak uw puffertje er maar bij.

Ammoniak
Ammoniak is absoluut een sluipmoordenaar voor de natuur. Als de stallen acht jaar eerder schoon zijn, gaat er in 2028 ruim 27% minder ammoniak de lucht in.
Dat zorgt er vervolgens voor dat de kwetsbare Brabantse Natura 2000 gebieden ruim twintig procent minder ammoniak te verwerken krijgen.

Natuurlijk maakt het voor de natuur niet uit waar die reductie vandaan komt, zoals de gedeputeerde natuur terecht heeft aangegeven. Echter voor de dieren in de stallen wel. Immers luchtwassers zijn voor de dieren niet goed, voor de boeren niet, en eigenlijk voor niemand niet. Ik hoor de gedeputeerde veehouderij deze worden nog zeggen. En wij onderstrepen deze woorden!

Het dichttimmeren van stallen zorgt niet allen voor verslechtering van het klimaat van de dieren en de boeren, maar zorgt ook voor een verhoogd risico op stalbranden.

We dienen hiervoor een motie.
De gedeputeerde heeft bevestigd dat het bij lange na niet voldoende is om bijvoorbeeld de kwetsbare Brabantse natuurgebieden te redden, en dat de KRW doelstellingen voor 2027 zeker niet gehaald zullen worden. En dat is al de laatste uitsteldatum.

Is het dan verantwoord om überhaupt nog emmisierechten uit te geven. Nu en in de toekomst?!

Overigens is geheel niet gezegd dat er navenant minder fijnstof of ziektekiemen worden uitgestoten. Dat is helemaal afhankelijk van de techniek die je kiest. En boeren wordt middels de Verordening gevraagd om ammoniak terug te brengen. Niet de fijnstof, niet de geur en niet de endotoxine.

Maar de kernvraag is wordt de veehouderij er echt duurzamer van? Gemiddeld is het energieverbruik van een stal voor 8000 varkens gelijk aan het stroomverbruik van 100 huishoudens. In tijden waar een groot, en ik benadruk een groot tekort is aan duurzame energie is het van den zotte om zonnepanelen op stallen te leggen, of windmolens op het erf. Om de luchtwassers te laten draaien.
Problemen!

Einstein zei het al: “we kunnen een probleem niet oplossen met dezelfde denkwijze als waarmee het probleem is ontstaan.” Toch blijven we dat maar doen, keer op keer, jaar na jaar. Daarbij belijden overheden, net als de provincie Brabant, zoals zo vaak, wel met de mond maar niet met het hart. Duurzaam, zorgvuldig, gezond, een puntensysteem, zowel voor de boeren als voor het eten in het bedrijfsrestaurant, mooie evaluaties en dikke rapporten en vooral moeilijk opgeschreven verordeningen.

Greenwashing van de bovenste plank als je je er in gaat verdiepen.
Problemen worden niet opgelost, problemen worden verplaatst.

De Partij voor de Dieren pleit al jaren voor beleid waarmee de veestapel stevig wordt ingekrompen, met een duidelijke keuze voor kleinschaligheid, biologisch en grondgebonden landbouw en een transitie naar een meer plantaardig eetpatroon. Alleen als we de landbouw helpen omschakelen naar kwaliteitsproductie in plaats van bulkproductie worden de problemen van verhoogde gezondheidsrisico’s, dierenleed en milieuschade daadwerkelijk aangepakt. De Brabantse veehouder produceert niet ons voedsel, maar nagenoeg alleen voor de export.

Het voorstel waar vandaag over wordt gestemd veranderd niets aan de doodlopende koers van de massaproductie, en is daarom slechts symptoombestrijding.

Boeren horen bij Brabant. En een gezonde, duurzame landbouw is mogelijk als we de natuurlijke kringlopen herstellen en boeren een eerlijke prijs betalen voor hun producten. Ook moet er volledig inzicht komen in waar ons voedsel vandaan komt hoe het is geproduceerd en of de prijs de kosten dekt.

We willen onze uitdrukkelijke steun uitspreken voor de biologische boeren met twee moties. Motie ruimte voor biologische landbouw en Motie promotie van biologische producten.

Uiteraard komt er een einde aan de bio-industrie!