Begroting 2024


3 november 2023

Eerste termijn
Een "beleidsarme begroting", er worden echter wel behoorlijk wat financiële keuzes gemaakt.

De bezuiniging van minimaal 60 miljoen euro op de natuur, het Natuurnetwerk Brabant, springt er voor de Partij voor de Dieren nog wel het meest uit. Het is kennelijk niet alleen beleidsarm deze begroting, maar we zijn ook letterlijk te arm als provincie. De broekriem moet worden aangehaald. Net zoals bij de vele gemeenten die een niet-sluitende begroting moeten indienen of net zoals al die huishoudens die nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden. Hoe kunnen we het tij keren?

Maar we zijn helemaal niet arm, we hebben twee miljard euro aan middelen vanuit de verkoop van Essent en ik zie alleen al een bedrag van 772 miljoen euro staan bij het reserve Spaar- & Investeringsfonds.

En als we al arm waren hebben we altijd nog de mogelijkheid tot het verhogen van de opcenten van de motorrijtuigenbelasting. Acht van de twaalf provincies hanteren een hoger tarief dan wij. Waarom moeten wij het goedkoopste jongetje van de klas zijn?

Zonder blikken of blozen wordt er ten aanzien van de bezuiniging op de natuur in de beantwoording van de technische vragen gesteld, ik citeer: “Mocht blijken dat we het begrotingstekort niet volledig kunnen oplossen dan kunnen we het natuurnetwerk niet afmaken zoals beoogd en daarmee de afspraken uit het Natuurpact met het Rijk en de andere provincies niet nakomen.”

Schandalig. Dit terwijl natuur een kerntaak is van de provincie. En dat terwijl keer op keer en jaar op jaar in dit huis beloofd is om de achteruitgang van de Brabantse natuur te stoppen.

Hier worden de verkeerde keuzes gemaakt. Dit zijn in elk geval niet de keuzes die de Partij voor de Dieren zou maken, dat moge duidelijk zijn. Als wij 28 zetels hadden in de Staten, dan ging de groene kraan helemaal open en werd er vol ingezet om deze kerntaak te behalen. Voor dieren, natuur en milieu, omdat deze intrinsieke waarde van zichzelf hebben en zeer waardevol zijn voor de mens.

Ik wil Gedeputeerde Staten dan ook met klem opdragen om bij de perspectiefnota met een voorstel te komen om die 60 miljoen euro te dekken, zodat we het Natuurnetwerk kunnen afmaken.

Eerlijk gezegd begrijp ik het ook niet, want in dit bont gezelschap dat opkomt voor de petrol heads, de fietsende mens, de inheemse mens, de oudere mens, de mens die de touwtjes met moeite aan elkaar kan knopen, boeren, bouwers en buitenlui, loopt ook een gemeenschappelijke rode draad.

Velen van u geven aan dat hun favoriete plek in Brabant is, en ik geef een kleine bloemlezing; de Bossen van Son en Breugel, de Biesbosch en onze open polders, beminde onbekende Natuurpareltjes in Ulicoten, Oisterwijkse Bossen en Vennen – er is zelfs iemand daar getrouwd – de Kraaijenbergse plassen in Cuijk, de Moerputten, de Peel, de Loonse en Drunense Duinen, de Brabantse Wal, De Kampina, De Dommel bij Vught, Natuurgebied de Malpie of de natuur in het algemeen.

Niemand heeft als favoriete plekje de A16 of N59, om daar op zaterdagmiddag met zijn klapstoeltje te gaan zitten. Als al die Statenleden, die zo genieten van de natuur, nu eens een miljoen uit de begroting in de natuur zouden stoppen< zouden we al een heel eind komen.

Een andere veel genoemde favoriete plek is thuis. Moet u zich eens voorstellen dat u geen thuis heeft en alsmaar opgejaagd wordt. Voor veel wilde dieren is dit realiteit, de natuur is nog lang niet robuust en de faunapassages zijn nog lang niet allemaal aangelegd. Als wij de natuur versterken kunnen wij hen ook weer een thuis geven. En mede door het tekort aan leefgebieden en ontbreken van faunapassages raken ze gewond of gedood, en door de vele wegen die onze provincie kent of door windturbines waar ze tegenaan vliegen. Zij hebben daar niet voor gekozen.

De inheemse dieren die opgevangen worden zijn meestal direct of indirect door menselijk toedoen in de problemen gekomen. Vandaar dat wij voor het jaar 2024 vragen om een redelijke incidentele financiële bijdrage en daar een motie, samen met Volt, voor indienen.

Als diepgroene partij zijn wij groot voorstander van de transitie naar een groene economie. Er wordt van alles gemaakt en aan het eind van de levensduur belandt het op de alsmaar groeiende afvalberg. Gelukkig komt er binnenkort een nieuwe uitvoeringsagenda circulaire economie en dit is dan ook hét moment om Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden afspraken met elkaar te maken, en geen wollig wazige woorden. Een SMART plan gericht op het realiseren van het uiteindelijke doel van 50% vermindering van het primaire grondstoffengebruik in 2030 in Brabant. En we dienen hiertoe dan ook een motie in.

Tenslotte. Twee moties die niet zo ver gaan dat we daarmee het tekort van 60 miljoen euro op de natuur oplossen, hoe graag wij dit ook zouden willen, maar die wel een positieve impact op het versterken van de natuur hebben.

Ten eerste een motie om de nog in te richten grondbanken ook ter beschikking te stellen aan boeren die willen omschakelen van veehouderij naar natuurinclusieve akkerbouw, zodat boeren echt kunnen gaan extensiveren.

En als laatste een motie waarbij voorbereidingen getroffen gaan worden in de bufferrandzones ten behoeve van herstel van de natuurwaarden en de extensivering van de landbouw, vooruitlopend op de verwachte rijksmiddelen ten behoeve van natuurherstel in de Natura 2000-gebieden.

En voorts ben ik van mening dat de oorspronkelijke Ecologische Hoofdstructuur moet worden afgemaakt.


Tweede termijn

Allereerst dank aan de gedeputeerden voor hun beantwoording en het hebben van geen bezwaar op een aantal moties en de toelichting daarop.

Dan over de motie 'Versneld herstel flora en fauna in Natura 2000 gebieden' van VVD en BBB. “Help de natuur ook een handje”, zegt de fractievoorzitter van de VVD. Ik ben verheugd dit te horen. Wat fijn dat u zo begaan met de natuur en dat u zich wil inzetten voor de natuur.

Ik wil de heer Gremmen er op attenderen dat het uitzetten van in het wild levende dieren in Nederland is verboden, artikel 3.34 lid 1 Wet van de Natuurbescherming. En wist u dat er een Europese Richtlijn is die in Nederland is vastgesteld, over de herintroductie van dieren, die zegt dat het natuurbeleid gericht moet zijn op behoud, herstel en ontwikkeling en duurzaam gebruik van de natuur. Dus volgens de richtlijnen en internationale afspraken: eerst natuurherstel en dan pas herintroducties.

De Partij voor de Dieren is in het algemeen geen voorstander van het uitzetten van in het wild levende dieren. Het is ook niet nuttig als het leefgebied niet voldoende draagkracht heeft. Ergo, eerst natuurherstel en natuurontwikkeling. De rest volgt vanzelf.

We waarderen echter de creatieve gedachtegang en hebben een pragmatische oplossing voor u. Wij hebben in Brabant de Fauna Opvang Brabant: een samenwerkingsverband voor de inheemse dieren. Die doen al wat de VVD beoogd, namelijk na het oplappen van deze dieren en ze weer herintroduceren in de natuur. En zij mogen dat ook doen, want zij hebben al een ontheffing. En laten we hun expertise ook gebruiken, zij weten precies waar de dieren uitgezet kunnen worden.

Laten we nu het geld dat we besparen bij de motie van de VVD – die vraagt om onderzoek te doen, een onderzoek is immers ook niet gratis – uitgeven aan de faunaopvang en we hopen echt op ruime instemming. Waarbij ik wil benadrukken dat de faunaopvang het verder moet hebben van donaties, schenkingen en activiteiten die vrijwilligers organiseren.